Terug
Gepubliceerd op 14/12/2022

Notulen  raad voor maatschappelijk welzijn

di 21/06/2022 - 19:30 Haagbeuk
Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
Renaat Kamers, algemeen directeur
Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
Lydie Wuyts, raadsleden

De voorzitter opent de zitting op 21/06/2022 om 19:32.

  • Openbaar

    • Notulen

      • Notulen en audiozittingsverslag van de vergadering van de raad van maatschappelijk welzijn van 10 mei 2022 - goedkeuring en kennisneming

        Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
        Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
        Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
        Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
        Renaat Kamers, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
        Lydie Wuyts, raadsleden
        Aanleiding
        • de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 10 mei 2022
        Feiten, context en argumentatie
        • De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
        • Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur.
        • Een audio- of audiovisuele opname levert integraal het bewijs van hetgeen op de zitting werd gezegd en beslist. Een handtekening van de voorzitter van de raad en de algemeen directeur is niet vereist. De raad moet de audio- of audiovisuele opname evenmin goedkeuren.
        Juridische grond
        • decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 32, 74, 277 en 278
        Publieke stemming
        Aanwezig: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, Renaat Kamers
        Voorstanders: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de zitting van 10 mei 2022 goed.
        Artikel 2. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het audiozittingsverslag.

    • Beleid & Organisatie

      • Rapportering over de organisatiebeheersing 2021-2022 - Kennisname

        Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
        Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
        Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
        Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
        Renaat Kamers, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
        Lydie Wuyts, raadsleden
        Aanleiding
        • De algemeen directeur staat in voor de werking en de organisatie van het organisatiebeheerssysteem.
        • Hij rapporteert hierover aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
        Feiten, context en argumentatie
        • Op 25 juni 2019 hebben de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem (OBS) van het lokaal bestuur Herent, vermeld in artikel 219 DLB, goedgekeurd.
        • Op basis van artikel 171, §1 DLB staat de algemeen directeur in voor het organisatiebeheersingssysteem.
        • Volgens artikel 219 DLB wordt het organisatiebeheersingssysteem vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam; de algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
        • Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem (OBS) van het lokaal bestuur Herent (punt 10) bepaalt dat de rapportering met de bepaling van de prioriteiten voor het volgende jaar wordt voorgelegd in december, samen met (de aanpassingen aan) het meerjarenplan, en voor de eerste maal in december 2019.
        • Op 17 december 2019 hebben de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kennis genomen van de rapportering van de algemeen directeur over de aanpak inzake organisatiebeheersing vanaf 2020 van het lokaal bestuur Herent.
        • Op 21 december 2021 hebben de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kennis genomen van de rapportering van de algemeen directeur met de bepaling van de prioriteiten en de aanpak voor het volgende jaar, 2022 vastgesteld.
        • Op 30 mei 2022 heeft het managementteam het rapport organisatiebeheersing  2021-2022 besproken en gunstig geadviseerd.
        • Op 2 juni 2021 heeft de algemeen directeur de rapportering inzake organisatiebeheersing 2021-2022 vastgesteld.
        • Tijdens de gezamenlijke raadscommissie van 15 juni 2022 heeft de algemeen directeur het rapport mondeling toegelicht aan de raadsleden.
        Juridische grond
        • decreet van 5 juli 2013 houdende de organisatie van audittaken bij de Vlaamse administratie en de lokale besturen
        • besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Audit Vlaanderen" en tot wijziging van diverse besluiten
        • artikelen 171, §1 en 217 tot en met 220 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB)
        Publieke stemming
        Aanwezig: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, Renaat Kamers
        Voorstanders: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportering organisatiebeheersing 2021-2022 (referte: 20220531_Rapport Organisatiebeheersing 2021-2022_AD.pdf ) en de bijlagen (referten: OBR_Bijlage 1-20220525_Selectie_processen_verbeteracties.pdf;BR_Bijlage 2-2021_Jaarverslag_informatieveiligheid_Herent.pdf;   OBR_Bijlage 3-20220124_Veiligheidsplan_AGBenGenO_Herent_2022-2024.pdf;  OBR_Bijlage 4-Presentatie resultaten arbeiders.pdfOBR_Bijlage 5-Terugkoppeling_resultaten_RA_Herent_.pdfOBR_Bijlage 6-Verslag_jaarlijkse_rondgang_G-O_2021.pdf).

    • Financiën

      • Toetreding tot OFP [Organisme tot de Financiering van Pensioenen] Prolocus - goedkeuring

        Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
        Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
        Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
        Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
        Renaat Kamers, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
        Lydie Wuyts, raadsleden
        Aanleiding

        Het lokaal bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen en voorziet bijgevolg in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel. Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Deze verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd.

        Feiten, context en argumentatie
        • Het bestuur heeft voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze tussen:

        a) een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar

        b) het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfonds). Na onderhandelingen met de VVSG werd OFP PROVANT omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537.155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden.

        of

        c) de federale piste volgen (***) - De wet van 1 februari 2022 heeft de Pensioendienst bevoegd gemaakt door de taak van aankoopcentrale in het domein van de aanvullende pensioenen voor de contractuele personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen in te schrijven als nieuwe wettelijke opdracht van de Pensioendienst.

        • Door de toetreding bij een IBP zal het lokaal bestuur meer betrokken zijn bij het beheer van zijn pensioenfinanciering, het bestuur vaardigt in tegenstelling tot een groepsverzekering een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS af en heeft naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid om – indien nodig -  punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP geen winsten na ten voordele van de organisatie zelf.
        • Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt.
        • Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn. Het bestuur oefent immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uit op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten, ten tweede behelst meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen, ten derde is er geen directe participatie van privékapitaal in de OFP PROLOCUS en ten vierde is OFP PROLOCUS zelf onderworpen aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.
        • OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen.
        • Het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering.
        • De mogelijkheid bestaat van een zogeheten “step rate” bijdrage; het is dus mogelijk om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
        • Er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen). De voorgestelde formule is een vastebijdragenplan. In dit plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement. De behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
        • Het bestuur moet de vastgestelde bijdrage minimum betalen. Wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen. In elk geval moet voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen (met name een aangeslotene in dienst van het bestuur), 0% voor passieve aangeslotenen (met name een aangeslotene die het bestuur verlaten heeft en zijn pensioenreserves in OFP PROLOCUS heeft laten staan) behaald worden.
        • Het bestuur voorziet als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.
        • Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep vormen. Binnen een MIPS-groep is interne mobiliteit voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Binnen een MIPS-groep speelt een onderlinge solidariteit.
        • De kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 worden forfaitair vastgelegd op 1.000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024. Nadien zal een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds.
        • De op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS.
        • De nodige kredieten zijn voorzien in de meerjarenplanning.
        • De intentieverklaring van het vast bureau en van het college van burgemeester en schepenen tot toetreding tot OFP PROLOCUS en de bijhorende documenten werden voorgelegd aan het syndicaal overleg via e-mail. Als bijlage wordt de goedkeuring van 7 juni 2022 van de beide vakorganisaties toegevoegd.
        • Ook werd dit dossier door het managementteam van 31 mei 2022 gunstig geadviseerd.
         
        • Bijkomende informatie en opmerkingen
         
        • De afkorting ‘MIPS’ staat voor ‘Multi Inrichters Pensioenstelsel’. Besturen kunnen er voor kiezen om binnen de contouren van OFP Prolocus een MIPS op te richten. De MIPS is interessant voor juridisch gelinkte besturen binnen dezelfde gebiedsomschrijving die financieel van elkaar afhankelijk zijn (bv. gemeente, OCMW, AGB). Het pensioenplan van deze werkgevers moet in dit geval identiek te zijn, ook de eventuele aanvullende toezegging voor het VIA personeel (het is evenwel niet vereist dat elk bestuur dat deelneemt aan de MIPS VIA personeel tewerkstelt). In tegenstelling tot besturen binnen het globale fonds bestaat er binnen zo’n MIPS onderlinge financiële solidariteit. VOORDEEL = Voor de aangeslotenen zorgt een MIPS voor een ononderbroken pensioenopbouw bij interne mobiliteit binnen de werkgevers van deze MIPS.
        • Prolocus biedt ook een zogenaamde "steprate" aan. Een steprate biedt kort uitgelegd een oplossing voor de volgende situatie :

        Een contractueel pensioen wordt opgebouwd op een begrensd loon. Eens een medewerker meer verdient dan dit loonplafond, wordt er geen rekening gehouden met dit gedeelte van het loon boven dit plafond voor de opbouw van het wettelijk pensioen. Dit wil dan ook zeggen dat als men dit wil opvangen via een tweede pensioenpijler, men een hogere bijdrage moet betalen op het loongedeelte dat boven dit loonplafond valt.

        Het aanbieden door het bestuur van een steprate kadert in het aantrekken van deskundig, competent en gemotiveerd leidinggevend (kader)personeel in contractueel dienstverbanden vertegenwoordigt een beperkte financiële kost voor het bestuur omdat het aantal dergelijke functies beperkt is (bijv. A1a-A2a-A3, A4a-A4b en de decretale graden). Als het bestuur en steprate invoert moet het minimaal 5% bedragen omdat de bijdragevoet voor onze contracten 5% bedraagt.

        Indien het bestuur zou opteren om de bijdragevoet op te trekken tot 6% dan bedraagt de minimale steprate 6%.

        Bij het aantrekken en behouden van talentrijke en beloftevolle medewerkers is een competitief verloningspakket uiteraard erg belangrijk, maar naast de gekende opslag of alternatieve loonvormen, kan ook de uitbouw van een tweede pensioenpijler een belangrijke troef zijn om medewerkers te belonen.

        In de toekomst zal voor lokale besturen het aanbieden van dergelijke pensioenplannen alleen maar belangrijker worden in the struggle for talent! Dus het is aangewezen dit element bij vacatures uit te spelen.

        schematisch voorgesteld -

        1. b% (steprate = bijdragevoet voor het loongedeelte boven het loonplafond) bedraagt minstens a% (bijdragevoet voor het loongedeelte onder het loonplafond)
        2. b% mag niet meer dan 4 x hoger zijn dan a%, in casu voor de contractanten bij het lokaal bestuur Herent = 5% en 20%

         

        (***) federale piste stand van zaken -

        Overeenkomstig de voorgestelde planning werden de overheidsopdracht en de selectiecriteria gepubliceerd op 14 maart 2022 (= aanvang van fase 1) en zullen de opdrachtdocumenten aan de geselecteerde kandidaten bezorgd worden in de loop van de maand mei 2022 (= aanvang van fase 2). Na de onderhandelingen over de eerste offertes en de indiening van de tweede offertes zal het Beheerscomité van de Pensioendienst de opdracht gunnen in de loop van de maand augustus 2022 waarna het aangeduide pensioenfonds in september 2022 van start zal kunnen gaan met de uitvoering van de overheidsopdracht.

         Vergelijking OFP Prolocus versus het federaal pensioenplan

        • Het is onmogelijk om een vergelijking te maken van de kosten etc. van beide oplossingen, aangezien het federale dossier nog maar in de beginfase zit.
        • Het federale initiatief is er gekomen omdat er, na de opzegging van de groepsverzekering door Belfius en Ethias per 1 januari 2022, vooral voor Brusselse en Waalse besturen niet meteen een alternatieve oplossing voor een tweede pensioenpijler voor de contractanten beschikbaar was. In Vlaanderen was de VVSG al langer met voorbereidingen bezig die zijn uitgemond in het aanbod van OFP Prolocus.
        • Wat de Federale Pensioendienst momenteel voorbereidt, zit bovendien ook nog maar in een beginstadium: eerst gaat men op zoek naar mogelijk geïnteresseerde multi-werkgeverspensioenfondsen, vervolgens zal er met die fondsen onderhandeld worden om er uiteindelijk één te selecteren dat dan een aanbod aan de besturen kan doen. Dat zal ten vroegste voor na de zomervakantie zijn. Het is vandaag nog helemaal niet duidelijk wat de basiskenmerken van dat aanbod zullen zijn: pensioenplan, gedekte periodes, overlijdensdekking, rendementstoekenning, kostenstructuur, betrokkenheid van de besturen bij het beleid, flexibiliteit van het aanbod voor regionale specificiteiten (bijv. VIA-personeel bestaat wel in Vlaanderen maar niet elders, enz.), eventuele prefinanciering, mogelijkheid voor een step rate, ... Al die elementen zijn intussen met betrekking tot OFP Prolocus wel duidelijk.

         

        • Wat gebeurt er met de bij Belfius Insurance en Ethias opgebouwde reserves?
        • Tot begin 2022 bleven de reserves verder aangroeien met de bijdragen van de besturen die betrekking hebben op lonen van 2021 en met het door de verzekeraars gegarandeerde rendement. Als er verder niets gebeurt, blijven de reserves nadien verder oprenten, en worden ze uiteraard ook gebruikt om de beloofde aanvullende pensioenen te betalen voor prestaties van contractanten tot eind 2021. Het rendement van 1,75% (en voorheen 3,35%) blijft hierbij gegarandeerd, wat betekent dat werkgevers hiervoor niet aangesproken kunnen worden.
        • Wat er uiteindelijk met de reserves gebeurt, maakt het voorwerp uit van extra onderzoek. Die beslissing moet ook niet nu genomen worden, maar kan ook nog later vallen. Afwegingen die daarbij kunnen spelen zijn het gegarandeerde rendement versus de kans op hogere (of het risico op lagere) rendementen binnen de nieuwe entiteit. Ook de administratieve eenvoud (één pensioeninstelling voor wie met pensioen gaat) of complexiteit (meer dan één pensioeninstelling) kan een rol spelen.
        • Voorstel is om  het bijkomend onderzoek af te wachten over wat de beste oplossing is. Naar risico toe en garantie rond rendement staat immers nog niets vast of de overname door OFP Prolocus de beste optie is.
        Juridische grond
        • de statuten
        • de beheersovereenkomst
        • het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG)
        • de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG)
        • het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement
        • de toetredingsakte
        • het protocol van het onderhandelingscomité C1
        Adviezen
        Adviezen
        • Visum financieel beheerder

          Gunstig advies voor de toetreding tot OFP Prolocus
          2de pensioenpijler voor contractuele personeelsleden van het OCMW
          voor een globale bijdragevoet van 5%
          Kredieten voorzien in het MJP 2020-2025 op AR 614005, 621230 en 622210

          Geen standpunt ingenomen visum VSM/2022/109 van Pascal De Geyter van 09 juni 2022

        Stemgedrag

        Raadslid Loes Vandenbroucke deelt mee dat haar Groen-fractie zich bij de stemming zal onthouden omwille van volgende aangehaalde redenen:

        "Spaartegoeden, die beheerd worden door een pensioenfonds worden – net zoals andere spaartegoeden – geïnvesteerd en dat is geen neutrale activiteit. Zo zijn er pensioenspaarfondsen die investeren in wapens, tabak, kansspelen, bont en natuurlijk ook fossiele brandstoffen. Gemeenten kunnen met die spaartegoeden wel degelijk maatschappelijk een verschil maken door uitsluitend te kiezen voor beleggingen die sociaal én ecologisch te verantwoorden zijn. Hoewel er zowel in het document ‘Verklaring inzake beleggingsbeginselen’ als in de brief aan de stad Gent naar aanleiding van een gelijkaardige bezorgdheid, pogingen worden gedaan om de duurzame intenties te benadrukken gaat het nergens over harde engagementen. In de brief lezen we ‘ambities’ en in de verklaring lezen we bijv. “Bij duurzaam beleggen worden ESG [environmental, social, governance]-criteria in overweging genomen in het risico- en portefeuillebeheer.’ (p. 11) en “De IBP heeft besloten om, ook wat actieve ESG-mandaten betreft, ‘traditionele’ benchmarks te blijven gebruiken om de prestaties van de vermogensbeheerder af te toetsen in plaats van ESG-specifieke benchmarks omdat de ALM-studies gebaseerd zijn op traditionele benchmarks en omdat de vermogensbeheerders stellen dat ze dankzij een actief ESG-beleid het traditionele beheer kunnen verbeteren. Met andere woorden, de IBP verwacht van de actieve beheerder die een ESG-specifiek mandaat heeft om traditionele benchmarks te verslaan op een risicogewogen basis. ESG-integratie mag geen excuses zijn voor minprestatie omdat dit de financiering van het plan in het gedrang zou brengen.” (p. 22).

        Er zullen in de praktijk dus enkel duurzame keuzes gemaakt worden als er moet gekozen worden tussen twee producten  met een gelijkaardige opbrengst. Gezien de maatschappelijke kost nauwelijks wordt verdisconteerd in niet-duurzame producten, zal de keuze meestal ten nadele uitvallen van de duurzame alternatieven. Omdat we dit een veel te zwakke invulling vinden van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die een gemeente zou moeten nemen, kunnen we - ondanks de verklaarde goed bedoelingen - deze toetreding niet goedkeuren. We zouden daarom willen vragen dat de gemeente haar beslissing even on hold zet om na te gaan welke echt duurzame pensioenfondsen er op de markt zijn. Ter info: Fairfin heeft eind 2020 een screening gedaan van 5 zogenaamd ‘duurzame’ pensioenspaarfondsen. Twee ervan konden absoluut niet door te beugel op vlak van duurzaamheid. We hopen dat de gemeente zich niet laat misleiden door een oppervlakkig laagje van green washing en fair washing."

        De bevoegde schepen van personeel, Katleen D'Haese, wijst erop dat het lokaal bestuur Gent toch finaal deelneemt aan Prolocus. Er waren trouwens niet veel alternatieven, uitgezonderd het initiatief, opgestart door de federale overheid, maar dit project staat nog in de kinderschoenen. Ook haalt de schepen aan dat Prolocus het duurzaamheidscharter heeft ondertekend. Ook weet zij dat de fondsenbeheerder, Candriam, sterk inzet op duurzaamheid.

        De schepen heeft vertrouwen in het door de diensten uitgewerkt voorstel, dat gebaseerd is p een grondige analyse.

        Raadslid Luk Draye sluit zich aan bij de bekommernissen van de Groen-fractie. Het lokaal bestuur Gent heeft hieromtrent engagementen toegevoegd in het desbetreffende toetredingsbesluit en bijkomende garanties verkregen van Prolocus.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, Renaat Kamers
        Voorstanders: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, Annelies Smets
        Onthouders: Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, An Beghin
        Resultaat: Met 19 stemmen voor, 6 onthoudingen
        Besluit

        Artikel 1. De raad keurt met ingang van 1 januari 2022 de toetreding tot OFP [Organisme voor de Financiering van Pensioenen] Prolocus (Afzonderlijk vermogen VVSG) goed. Het bestuur richt hiertoe een verzoek tot aanvaarding als lid van de algemene vergadering tot OFP Prolocus.

        Artikel 2. De raad stemt in met de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP Prolocus.

        Artikel 3. De bijdragevoet voor het loongedeelte onder het wettelijk loonplafond bedraagt 5%. De bijdragevoet voor het loongedeelte boven het wettelijk loonplafond (de zogenaamde "steprate") wordt vastgesteld op 5%.

        Artikel 4. De raad bepaalt dat er een MIPS [Multi Inrichters Pensioenstelsel] binnen de contouren van OFP Prolocus zal worden opgericht samen met de gemeente met als voordeel dat er solidariteit is tussen het fonds van de gemeente en het OCMW, en dat een medewerker niet benadeeld wordt bijj interne mobiliteit van gemeente naar OCMW en omgekeerd.

        Artikel 5. De raad neemt kennis van en stemt in met:

        1. de beheersovereenkomst en het financieringsplan (algemeen luik en luik VVSG) via de toetredingsakte van OFP Prolocus
        2. het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement

        Artikel 6. De raad neemt kennis van:

        1. de verklaring inzake beleggingsbeginselen (algemeen luik en luik VVSG)
        2. de statuten

        Artikel 7.

        • Bij geheime stemming, met  25 stemmen voor wordt Pascal De Geyter, financieel directeur, aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus.
        • Bij geheime stemming met 19 stemmen stemmen voor, 4 stemmen tegen en 2 onthoudingen wordt Renaat Kamers, algemeen directeur, aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger.

        Artikel 8. De voorzitter van de raad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke stappen te nemen voor de uitvoering van de voormelde besluiten.

      • Jaarrekening 2021 Gemeente en OCMW Herent vaststelling (Deel OCMW)

        Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
        Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
        Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
        Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
        Renaat Kamers, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
        Lydie Wuyts, raadsleden
        Aanleiding

        De rekening werd afgesloten op 31 december 2021

        Feiten, context en argumentatie

        De jaarrekening 2021 met de wettelijke rapporten werd overeenkomstig decreet lokaal bestuur aan ieder raadslid overgemaakt minstens veertien dagen vóór de vergadering van heden

        Juridische grond
        • decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 249 §3 tot en met 260
        • besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheercyclus van de lokale (en de provinciale) besturen van 30 maart 2018
        • ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus
        Plaats in beleidsplan en budget

        De jaarrekening 2021 sluit af met:

        • budgettair resultaat boekjaar: -1.836.019 euro
        • gecumuleerde budgettaire resultaat:  -661.868 euro
        • autofinancieringsmarge:  -1.833.682 euro
        Stemgedrag

        Raadslid Simon Pardon stelt dat zijn fractie zich bij de stemming zal onthouden omwille van het feit dat zijn fractie andere beleidskeuzes zou hebben gemaakt dan het huidig bestuur.

        Raadslid Tom Denon schaart zich achter het standpunt van de Groen-fractie en uit zijn bezorgdheid over de weerslag van de huidige inflatieschok op de gemeentelijke financiën.

        Raadslid Luk Draye zou het niet anders verwoorden dan de Groen-fractie.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, Renaat Kamers
        Voorstanders: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Tom De Latte, Annelies Smets
        Onthouders: Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Jan Creten, An Beghin
        Resultaat: Met 15 stemmen voor, 10 onthoudingen
        Besluit

        Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de jaarrekening 2021 van het OCMW vast.

    • Wegenis - waterwerken - gebouwen

      • Kaderovereenkomst dienstverlening tussen Iverlek (Fluvius Duurzame gebouwen) en het OCMW - ondersteuning bij de planning en/of implementatie van het lokale energiebeleid

        Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
        Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
        Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
        Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
        Renaat Kamers, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
        Lydie Wuyts, raadsleden
        Aanleiding

        De Hemelboom zal volgens het meerjarenplan 2020-2025 voorzien worden van zonnepanelen. Dit kan via de deskundige ondersteuning van Fluvius (Iverlek/DNB). De raad van maatschappelijk welzijn moet hiervoor de kaderovereenkomst met Iverlek/DNB goedkeuren waarna Iverlek een concreet projectvoorstel kan opstellen.

        Feiten, context en argumentatie
        • De gemeenteraad heeft op 11 februari 2020 een kaderovereenkomst met Fluvius (Iverlek/DNB) goedgekeurd met het oog op het leveren van ondersteuningsactiviteiten betreffende energiebesparing, (hernieuwbare) energie en energie-efficiëntie. Binnen die kaderovereenkomst kunnen specifieke overeenkomsten worden afgesloten: overeenkomsten voor consultancydienstverlening, projectovereenkomsten, financieringsovereenkomsten e.d.
        • De energiediensten zijn conform en gebaseerd op het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbare dienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik (art.10). Dit gebeurt op basis van een beheersoverdracht. De initiële aanbestedende overheid die hierop een beroep doet is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
        • Voor die energiediensten wordt gehandeld binnen het kader van de wetgeving overheidsopdrachten terwijl voor de aanbestedingen die Fluvius (Iverlek/DNB) in dit kader zelf zal organiseren ook die wetgeving wordt toegepast. De aangeboden energiediensten beantwoorden dus juridisch en statutair aan het toepasselijk regelgevend kader.
        • De ondertekening van een kaderovereenkomst verplicht het lokaal bestuur tot geen enkel exclusief engagement met Fluvius (Iverlek/DNB).
        • Indien er in de toekomst een deelovereenkomst aangegaan wordt, is een getekende kaderovereenkomst een vereiste.
        • Een voorbeeld van zo'n deelovereenkomst is de totaalrenovatie van GC De Wildeman (HVAC, PV-installatie en dakrenovatie) die Fluvius deskundig in uitvoering heeft gebracht.
        • In de nieuwe kaderovereenkomst wordt ook de datatoegang met betrekking tot data van digitale meters voor de energiemanagementsoftware geregeld. De ondertekening van de kaderovereenkomst is vereist om de energiemanagementsoftware met data (verder) te gebruiken door ons bestuur.
        Juridische grond
        • decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 77
        Plaats in beleidsplan en budget

        Het goedkeuren van de kaderovereenkomst heeft geen financiële weerslag voor de gemeente.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, Renaat Kamers
        Voorstanders: Kenneth Vyncke, Astrid Pollers, Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1. De kaderovereenkomst tussen Iverlek/DNB, opdrachthoudende vereniging, en het OCMW Herent wordt goedgekeurd.


        Kaderovereenkomst (Fluvius duurzame gebouwen)

        Tussen enerzijds,
        OCMW Herent, Spoorwegstraat 6 - 3020 Herent
        hierna genoemd "het Lokaal Bestuur",
        en,
        anderzijds,
        Iverlek, opdrachthoudende vereniging/coöperatieve intercommunale vereniging, Aarschotsesteenweg 58 -3012 Wilsele met ondernemingsnummer BE 0222.343.301, vertegenwoordigd door Tom Ceuppens, directeur Klantendienst
        hierna genoemd "de DNB",
        wordt overeengekomen wat volgt:


        Artikel 1: VOORWERP
        §1. Ieder Lokaal Bestuur kan een verzoek richten aan de DNB om een aanbod te formuleren voor ondersteuning bij de planning en/of implementatie van het lokale energiebeleid.
        §2. De DNB creëert op zelfstandige wijze een aanbod inzake het organiseren van ondersteuningsactiviteiten gericht op energiebesparingen en van de daartoe dienende investeringen op niveau van (hernieuwbare) energie en energie-efficiëntie (hierna "energiediensten" genoemd) ten behoeve van het Lokaal Bestuur in haar streven naar een optimale energiebeheersing in haar patrimonium.
        §3. Wanneer het Lokaal Bestuur dit aanbod aanvaardt, realiseert zij een beheersoverdracht aan de DNB voor dit aanbod en dit volgens de toepasselijke statutaire bepalingen van de DNB. De bepalingen van deze overeenkomst vormen het kader waarbinnen deze beheersoverdracht door de DNB wordt uitgevoerd.
        §4. Om de energiediensten te organiseren zal de DNB de hiervoor noodzakelijke overheidsopdrachten uitschrijven, gunnen en toewijzen aan (een) kandida(a)t(en), hierna opdrachtnemer(s) genoemd, en toezien op de uitvoering van deze energiediensten door de opdrachtnemer(s), dit alles binnen de grenzen van de hierna beschreven modaliteiten.
        §5. Ingeval het geformuleerde aanbod niet aansluit bij de verwachtingen van het Lokaal Bestuur, volstaat het dat deze het aanbod niet aanvaardt opdat deze de realisatie van het project autonoom kan afhandelen.
        §6. Deze kaderovereenkomst heeft als referentienummer HRNT-O-RC-20-20-001 en werd opgemaakt op 6 januari 2020.

        Artikel 2: WERKWIJZE
        §1. Het aanbod van de DNB is gericht op het opzetten van een energiezorgsysteem, wat omvat:

        - Het ter beschikking stellen van een energiemanagementsoftware met bijhorende exploitatie

        • Het patrimonium van het Lokaal Bestuur zal hierin worden aangemaakt waarbij het energieverbruik ervan zal worden opgevolgd. De DNB importeert de (meter)data waarover zij reeds zelf beschikt in de software. De DNB kan een aanbod formuleren voor bijkomende submetering en specifieke datalogging. De DNB beheert de data ook als datacontract, dat het gebruik regelt van de meetgegevens.

        - Het formuleren van energie-advies

        • Op eenvoudig verzoek van het Lokaal Bestuur maakt de DNB een projectvoorstel (gebouw) of energiezorgplan (volledig patrimonium) op. Het resultaat van dit projectvoorstel omvat een raming van de vooropgestelde investering en de verwachte impact op de energiekosten.

        §2. Het aanbod van de DNB kan verder bestaan uit het volgende:

        • loutere consultancy-dienstverlening;
        • het ontwerpen, aankopen en coördineren van een individuele of globale investering of projectaanpak;
        • financiering;
        • onderhoud.

        §3. Op basis van het energie-advies kan het Lokaal Bestuur beslissen om op één of meerdere van deze werkwijzen uit het aanbod in te gaan.
        §4. Afhankelijk van het soort werkwijze, zal een afzonderlijke studie-, project-, en/of onderhoudsovereenkomst (hierna in het algemeen 'specifieke overeenkomsten' genoemd) worden gesloten tussen de DNB en het Lokaal Bestuur, welke kadert binnen deze overeenkomst. Deze specifieke overeenkomsten worden beheerst door de bepalingen van deze kaderovereenkomst, tenzij de specifieke overeenkomst hiervan uitdrukkelijk afwijkt.
        §5. Vóór het bepalen van het aanbod zal de DNB eerst nagaan wat de globale behoeften zijn van de lokale besturen en of er een voldoende aantal lokale besturen interesse vertoont. In bevestigend geval zal de DNB op de markt een opdracht uitschrijven voor het leveren van de energiediensten en dit in overeenstemming met de wet op de overheidsopdracht (WOO). Dit zal telkens gebeuren op basis van een lastenboek dat door de DNB wordt opgesteld.

        Artikel 3: DUURTIJD VAN DE OVEREENKOMST
        §1. Deze kaderovereenkomst treedt in werking na ondertekening van dit contract en geldt voor onbepaalde duur.

        Artikel 4: VERPLICHTINGEN VAN DE DNB
        §1. De DNB voert haar verbintenissen uit als een goede huisvader en in overeenstemming met de bepalingen van deze kaderovereenkomst, de ter zake toepasselijke wettelijke voorschriften en de bepalingen hieromtrent in de specifieke overeenkomsten die in navolging van deze kaderovereenkomst worden gesloten.
        §2. De DNB is verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke bepalingen (o.a. inzake veiligheid en gezondheid) betreffende de aspecten van de uitvoering van een project, in die mate dat de naleving ervan inherent is aan de uitvoering van taken die in het takenpakket van de DNB zijn voorzien. Het Lokaal Bestuur blijft als enige verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke bepalingen (o.a. inzake veiligheid en gezondheid) betreffende die aspecten van de uitvoering van een project op de locatie, waarvan de naleving niet inherent is aan de uitvoering van de taken die in het takenpakket van de DNB of de opdrachtnemer zijn voorzien. Zo draagt de DNB o.o. geen verantwoordelijkheid voor de verwijdering of bestrijding van gevaar voor de gezondheid, voor de veiligheid of voor enige andere overtreding voortvloeiende uit de activiteiten van het Lokaal Bestuur op de locatie of enige andere werkzaamheden die door personen welke geen personeelsleden van de DNB, of Fluvius zijn, worden uitgevoerd, inclusief het Lokaal Bestuur zelf, diens aannemers of onderaannemers aangesteld buiten het kader van deze projectovereenkomst, diens huurders of bezoekers.
        §3. De verplichtingen van de DNB, afhankelijk van de kenmerken van de specifieke overeenkomst, kunnen onder meer bestaan uit een of meer van volgende taken:

        In fase van onder meer het ontwerp en de opmaak van het bestek:

        • het uitwerken van een bijzonder lastenboek, omvattende onder meer een precisering van de te gebruiken materialen, de uitvoeringswijze en alle voorwaarden inzake uitvoering, controle, proeven, e.d.m.;
        • het vervolledigen van de definitieve tekeningen tot bestektekeningen die voldoende informatie en gegevens omvatten voor de prijsvorming door de betreffende (onder)aannemers (opdrachtnemers) en die ten aanzien van deze laatsten kunnen worden gehanteerd als contractueel document cq. aannemingsdocument;
        • het uitwerken van een nauwkeurige en gedetailleerde werkomschrijving van de te realiseren elementen, die kunnen worden gehanteerd als contractueel document cq. aannemingsdocument;
        • het beogen van een optimaal evenwicht tussen de economische kost, de duurzaamheid en het energetische aspect van het project binnen het gevraagde comfortniveau

        In de fase van de overheidsopdracht:

        • het voorbereiden van de overheidsopdracht, met inbegrip en het opmaken de opdrachtdocumenten;
        • het selecteren van de (onder)aannemers die zullen worden uitgenodigd om op de overheidsopdracht in te schrijven;
        • verzending van de opdrachtdocumenten aan de geselecteerde (onder)aannemers;
        • het onderzoeken van de uitgebrachte offertes inzake hun compatibiliteit met de opdrachtdocumenten en het gunnen van de opdracht aan de opdrachtnemer; (het lokaal bestuur wordt hierover geïnformeerd)
        • het voeren van besprekingen met de betrokken (onder)aannemers omtrent de prijsvorming;
        • het voorbereiden van de ontwerpovereenkomst en de contractuele documenten cq. aannemingsdocumenten;
        • de eindcontrole op de definitieve prijs en de bijhorende stukken;

        In fase van de uitvoering:

        • het uitwerken van alle vereiste uitvoeringsdocumenten die de (onder)aannemers moeten toelaten de hen opgedragen werken uit te voeren;
        • het nazicht en de controle van de door de (onder)aannemers te leveren tekeningen, werkschema's en berekeningen;
        • de leiding over de uitvoering van de desbetreffende werken, desgevallend in samenspraak met de architect en de werfleiding;
        • de keuze van de bouwstoffen en fabrikanten;
        • het geven van instructies inzake de verwerking en de montage van de verschillende structuurelementen;
        • het houden van het toezicht op de uitvoering van de werken, in het bijzonder inzake de compatibiliteit van de uitvoeringen met het bestek;
        • het beoordelen van meer en minder werk en het verwerken van wijzigingen aan de studies, tekeningen en beschrijvingen ingevolge programmawijzigingen en aanvullingen; Indien er meerwerken nodig zijn zal DNB het Lokaal Bestuur informeren en consulteren.
        • het voeren van de nodige administratie;
        • het onderzoeken van de verslagen over de proeven en testen van materiaal en materieel, met interpretatie van en opmerkingen op de bekomen resultaten;
        • op het einde van de werken, nazicht van de tekeningen zoals uitgevoerd en van de voorschriften inzake onderhoud die de (onder)aannemers dienen te leveren;
        • het controleren van de eindafrekening;
        • het controleren van de revisierekeningen van de (onder)aannemers;
        • het verlenen van de voorlopige oplevering door: (i) het geheel van de uitvoering te controleren; (ii) het programma van de proeven en testen te bepalen; (iii) de goede uitvoering van de proeven en testen te controleren en de resultaten ervan nazien; (iv) een verslag van de voorlopige oplevering of weigering ervan aan het Lokaal Bestuur te bezorgen;
        • het verlenen van de definitieve oplevering door: (i) voorafgaand aan de definitieve oplevering het geheel van de uitvoering te controleren; (ii) een verslag van de definitieve oplevering of weigering ervan aan het Lokaal Bestuur te bezorgen.
        • De DNB (i) neemt deel aan studie-, werf- en andere vergaderingen, (ii) beslist tijdens deze vergaderingen onder meer over het respecteren van de budgettering, de uitvoeringstermijn, de conforme uitvoering en de inpassing van het installatieopzet in het ontwerp en (iii) ontwikkelt alle nodige initiatieven, overeenkomstig de regels van de kunst en het goed vakmanschap, nodig voor een efficiënte uitvoering van zijn verbintenissen.

        Artikel 5: VERPLICHTINGEN VAN HET LOKAAL BESTUUR
        §1. Het Lokaal Bestuur verbindt er zich toe aan de DNB, en op diens eerste verzoek, alle noodzakelijke en/of nuttige inlichtingen te verschaffen voor de uitvoering van zijn verbintenissen.
        §2. Het Lokaal Bestuur verleent het mandaat aan de DNB om de verbruiks-, en facturatiegegevens inzake elektriciteit, gas, warmte, stookolie en water voor het Patrimonium bij de leveranciers van het Lokaal Bestuur op te vragen. Desgevallend zal het Lokaal Bestuur, op eerste verzoek hiertoe van de DNB, een schriftelijke bevestiging van dit mandaat bezorgen aan de DNB opdat deze de hierboven vermelde gegevens en informatie rechtstreeks bij de betrokken leveranciers kan opvragen.
        §3. Het brandverslag dient ter beschikking gesteld te worden aan de DNB. Indien er geen brandverslag bestaat dient het Lokaal Bestuur hierover advies te vragen aan de lokale brandweer.
        §4. Het Lokaal Bestuur dient de asbestinventaris ter beschikking te stellen. Wanneer er een vermoeden is van asbesthoudende materialen en dit is niet opgenomen in de asbestinventaris van het Lokaal bestuur, wordt door het Lokaal bestuur het initiatief genomen inzake de controle hiervan door een staalname en labo-onderzoek.

        Artikel 6: PRIJS
        §1. De prijs voor de geleverde ondersteuningsactiviteiten wordt bepaald in de specifieke overeenkomsten en omvat — onverminderd andere bepalingen hieromtrent in de specifieke overeenkomst:

        • prijs aangerekend door de opdrachtnemer;
        • vergoeding DNB (administratieve kost voor de opmaak van lastenboeken, werfbezoeken, projectbeheer,...): deze vergoeding wordt per project bepaald in de specifieke overeenkomst die in navolging hiervan wordt afgesloten;
        • (facultatief) studie- en consultancykosten;
        • investeringskosten (indien niet opgenomen via de opdrachtnemer);
        • licenties;
        • eventuele meerkost indien vereist omwille van aanwezigheid gevaarlijke stoffen (bv. verwijdering asbest, ...).

        §2. De betaling gebeurt overeenkomstig artikel 11 van deze kaderovereenkomst.

        Artikel 8: AANSPRAKELIJKHEID
        §1. De DNB is niet aansprakelijk voor eventuele insolvabiliteit of wanprestatie van de opdrachtnemer die in opdracht van de DNB betrokken is bij een project. In dit laatste geval verbindt de DNB er zich wel toe de nodige inspanningen te leveren om de contractuele aansprakelijkheidsverplichtingen tot schadeloosstelling die de opdrachtnemer t.a.v. het Lokaal Bestuur heeft, te doen nakomen ten behoeve van het Lokaal Bestuur. Hetzelfde geldt wat de verplichtingen van de opdrachtnemer inzake productaansprakelijkheid betreft. De DNB is gerechtigd, en wordt de nodige procuratie verleend op eenvoudig verzoek, om in naam en voor rekening van het Lokaal Bestuur, zelf de verdediging in rechte en daarbuiten te voeren en eventuele schikkingen te regelen betreffende eventuele vorderingen tegen de opdrachtnemer of andere derden.
        §2. Ingeval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, van de opdrachtnemer, kan de DNB, binnen het kader vastgesteld door de wet- en regelgeving overheidsopdrachten, de voortzetting van de studie-, project- of onderhoudsopdracht toevertrouwen aan een andere opdrachtnemer. Eventuele hieruit volgende meerkosten worden, in de mate van het mogelijke, verhaald op de eerstgenoemde opdrachtnemer. Bij gebreke aan volledig verhaal, komen de resterende schade en meerkosten geheel voor rekening van het Lokaal Bestuur.
        §3. In geval van buitencontractuele fout of nalatigheid van een opdrachtnemer die schade veroorzaakt aan het Lokaal Bestuur, zal het Lokaal Bestuur zijn rechten zelf rechtstreeks uitoefenen ten aanzien van de veroorzaker van de schade.
        §4. De DNB kan enkel aansprakelijk gesteld worden voor opzet en grove schuld.
        §5. De DNB is in geen enkel geval aansprakelijk op grond van onderhavig artikel of anderszins op grond van deze overeenkomst of specifieke overeenkomst voor bijzonder, immateriële, indirecte, incidentele, strafrechtelijke, morele of andere gevolgschade, waaronder mede begrepen commercieel verlies, verlies van gebruik of winst, ongeacht de oorzaak ervan, zelfs als de DNB of haar aangestelden op de hoogte gesteld zijn van de mogelijkheid van dergelijke schade. In ieder geval, behoudens ingeval van moedwillig wangedrag of grof verzuim, is de totale aansprakelijkheid van de DNB voor één en alle vorderingen, verliezen of onkosten voortvloeiend uit deze overeenkomst of specifieke overeenkomsten, ongeacht of ze gebaseerd zijn op contract, vrijwaring of elke andere vorm van aansprakelijkheid, beperkt tot het bedrag van de verzekeringspolis, of de totale vergoeding die bepaald is in deze of specifieke overeenkomsten indien deze minder is.
        §6. De DNB heeft geen uitstaans met het personeel en anderen aangesteld door het Lokaal Bestuur, en evenmin met enige andere derden, en kan derhalve niet gehouden zijn tot supervisie van hen of tot vergoeding van enige schade welke zij zouden veroorzaken.
        §7. Indien het lastenboek zoals vermeld in art. 4 bepaalde verbintenissen voor de opdrachtnemer uitsluit, dan zijn deze ook uitgesloten voor de DNB, tenzij anders bepaald in deze overeenkomst of de specifieke overeenkomsten.

        Artikel 9: OVERMACHT
        §1. Er is sprake van overmacht als onvoorzienbare en onoverkomelijke omstandigheden zich voordien die een van de beide partijen verhinderen geheel of gedeeltelijk aan haar verplichtingen te voldoen. Worden met name als gevallen van overmacht beschouwd: arbeidsconflicten, brand, mobilisatie, oorlog, epidemie, opeisingen, opstand, beperking van het energieverbruik, faillissement van de opdrachtnemer en andere gevallen zoals vermeld in artikel 62 van het KB van 14 januari 2013 betreffende de uitvoering van overheidsopdrachten, enz. op voorwaarde dat deze omstandigheden onafhankelijk zijn van de wil van de partijen.
        §2.Worden daarentegen met name niet als gevallen van overmacht beschouwd: het intrekken, wijzigen, niet verlengen van overheidsvergunningen, gerechtelijke verzegelingen of enige andere omstandigheid die te wijten is aan de onachtzaamheid of een fout van de erdoor getroffen partij.
        §3. Het geval van overmacht bevrijdt de DNB of het Lokaal Bestuur voor de duur ervan van die verplichtingen waarvan de goede uitvoering wordt verhinderd, zonder dat de wederpartij enige schadevergoeding kan vorderen ten welke titel ook en voor welke schade dan ook. Voor alle duidelijkheid bepalen partijen hierbij expliciet dat het Lokaal Bestuur door een geval van overmacht niet zal bevrijd zijn van zijn verplichting tot het betalen van het bedrag dat betrekking heeft op werken, diensten of leveringen die zijn uitgevoerd voordat de situatie van overmacht zich heeft voorgedaan.
        §4. Te dien einde, dient de partij die zich wenst te beroepen op een geval van overmacht de andere partij daarvan per een aangetekende brief en uiterlijk binnen de twee werkdagen na het zich voordoen van het geval van overmacht in kennis te stellen.
        §5. Ingeval de overmacht langer dan 1 maand duurt te rekenen vanaf de dag van het versturen van de in de vorige alinea bedoelde aangetekende brief heeft elke partij het recht deze kaderovereenkomst zonder schadevergoeding op te zeggen.
        §6. De opzegging wordt pas effectief nadat de andere partij er per aangetekende brief met ontvangstbewijs van in kennis gesteld werd en vanaf de dag volgend op de ontvangst ervan.

        Artikel 10: VERZEKERING
        §1. De DNB bevestigt te beschikken over toereikende verzekeringspolissen (o.a. ABR en/of BA) voor de duur van deze kaderovereenkomst die haar aansprakelijkheid dekt voor lichamelijke, materiële en immateriële schade toegebracht aan het Lokaal Bestuur of de opdrachtnemer en derden ingevolge zijn doen of nalaten en dat van zijn personeel in uitvoering van deze kaderovereenkomst en de specifieke overeenkomsten.
        §2. Het Lokaal Bestuur zorgt voor een afdoende brandverzekering voor de gebouwen die het voorwerp uitmaken van een specifieke overeenkomst.

        Artikel 11: BETALING
        §1. Indien de partijen een financieringsovereenkomst sluiten n.a.v. een studie-, project- en/of onderhoudsovereenkomst, komt de prijs van de specifieke overeenkomst ten laste van deze financiering. De DNB zal de financiering aanwenden ter voldoening van de facturen, na redelijke controle op hun gegrondheid en correctheid.
        §2. Bij gebreke aan financieringsovereenkomst, betaalt het Lokaal Bestuur de prijs in één keer, tenzij anders overeengekomen wordt:

        • Facturen zijn betaalbaar binnen de 60 kalenderdagen na de factuurdatum;
        • Eventueel protest van de factuur dient binnen de 14 werkdagen na ontvangst ervan schriftelijk en met een gedetailleerde omschrijving van het protest te worden bezorgd aan de DNB. Het protest ontslaat het Lokaal Bestuur niet van zijn plicht tot betaling van het niet- betwiste gedeelte.
        • Indien de factuur niet is betaald op de vervaldatum wordt een herinnering verstuurd.
        • Bij niet-betaling mag de DNB zijn prestaties opschorten na het Lokaal Bestuur te hebben verwittigd per aangetekende brief. Dit ontslaat het Lokaal Bestuur geenszins van het betalen van de facturen. Als het Lokaal Bestuur in gebreke van betaling blijft, kan de DNB het bedrag gerechtelijk laten invorderen.
        • Indien de DNB middelen voorziet onder de vorm van een investeringsfonds, trekkingsrechten, financiële tegemoetkomingen, dividenden of andere vormen en het Lokaal Bestuur voldoet aan de voorwaarden daartoe, kan gebruik gemaakt worden van deze middelen voor de betaling van onbetaalde facturen waarvan de betalingstermijn is verstreken

        §3. De DNB heeft een inningsmandaat verleend aan Fluvius System Operator cvba, dat in naam en voor rekening van de DNB zal optreden in de uitvoering van deze overeenkomst.

        Artikel 12: CONFIDENTIALITEIT
        §1. Beide partijen bewaren de confidentialiteit omtrent de Vertrouwelijke Informatie.
        Onder “Vertrouwelijke informatie” wordt verstaan, alle informatie — onder welke vorm ook — die afkomstig is van één van beide partijen, hun filialen, of van met de partijen verbonden vennootschappen en/of entiteiten, zowel de huidige als de toekomstige en die niet openbaar bekend is. Deze Vertrouwelijke Informatie omvat minstens het volgende, doch is niet beperkt tot navolgende opsomming:

        • technische informatie;
        • prijsinformatie.

        Wordt uitdrukkelijk niet als Vertrouwelijke Informatie beschouwd, de informatie:
        (i) die openbaar is gemaakt of in het publiek domein is gevallen zonder inbreuk op de bepalingen van deze overeenkomst;
        (ii) die rechtmatig werd bekomen van een derde die niet is gebonden door een verplichting tot confidentialiteit;
        (iii) die in het kader van een geschillenregeling, van een arbitrale of gerechtelijke procedure, of overeenkomstig een wet, decreet of reglement moeten worden vrijgegeven door één van de partijen;
        (iv) die op totaal onafhankelijke wijze door een partij is ontwikkeld of ontdekt, mits dit door de partij die zich erop beroept onomstotelijk kan worden aangetoond.
        §2. Beide partijen verbinden zich ertoe:

        • noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks, de Vertrouwelijke Informatie of materiaal aan derden te tonen, er ruchtbaarheid aan te geven of over te maken tenzij na voorafgaande, schriftelijke toestemming van de andere partij, die deze toestemming te allen tijde kan weigeren;
        • het nodige te doen om binnen haar eigen onderneming enkel toegang te verlenen tot de Vertrouwelijke Informatie van de andere partij aan die werknemers die de Informatie nodig hebben om hun opdracht in het kader van de doelstellingen van deze kaderovereenkomst tot een goed einde te brengen;
        • alle nuttige maatregelen te nemen om de naleving van deze confidentialiteitsverbintenis door deze werknemers te verzekeren;
        • zich ervan te onthouden om deze Informatie rechtstreeks of onrechtstreeks te gebruiken voor andere doeleinden dan deze vermeld in het kader van deze kaderovereenkomst of de specifieke overeenkomsten;
        • de Vertrouwelijke Informatie te beschermen en alle nodige voorzorgen te nemen om de Informatie te beschermen tegen diefstal, enige onrechtmatige reproductie of verspreiding;
        • alle Vertrouwelijke Informatie aan de andere partij terug te bezorgen na beëindiging van deze kaderovereenkomst.

        §3. Ingevolge huidige confidentialiteitsbepaling kent elke partij het recht toe aan de andere partij om de aan hen meegedeelde Vertrouwelijke Informatie te gebruiken in het kader van deze kaderovereenkomst en de daaruit voortvloeiende specifieke overeenkomsten, en enkel tijdens de duur van deze kaderovereenkomst. Deze bepaling kan niet geïnterpreteerd worden als het toekennen van enig eigendomsrecht, enig zakelijk, intellectueel of gebruiksrecht op de meegedeelde Vertrouwelijke Informatie. De meegedeelde Vertrouwelijke Informatie kan niet worden aangewend voor commercieel gebruik, noch kan deze Vertrouwelijke Informatie geïncorporeerd worden in of gecombineerd worden met producten of diensten op enigerlei wijze die de eigendom- of gebruiksrechten van de andere partij schendt.
        §4. Deze confidentialiteitsbepaling belet partijen niet om aan hun raadslieden, verzekeraars, accountants, financiers en revisoren inzage te geven in de Vertrouwelijke Informatie in de mate dezen zich tot dezelfde confidentialiteitsplicht verbinden.
        §5. Deze confidentialiteitsbepaling neemt een aanvang bij de ondertekening van deze kaderovereenkomst met dien verstande dat reeds eerder meegedeelde Informatie impliciet aan deze bepaling onderworpen is. Deze bepaling geldt tot vijf jaar na beëindiging van deze kaderovereenkomst.

        Artikel 13: MANDAAT VOOR DATABEHEER
        §1. Het Lokaal Bestuur geeft, als mandaatgever, aan de DNB, als volmachtdrager, mandaat om:

        • meetgegevens te verkrijgen via een door de Distributienetbeheerder beschikbaar gesteld kanaal en toegezonden te krijgen voor de Toegangspunten (aangeduid aan de hand van het EAN-nummer, waarop de Distributienetbeheerder de Meetgegevens opneemt;
        • de volmachtdrager zal de Distributienetbeheerder onmiddellijk in kennis stellen van de beëindiging of herroeping van dit mandaat door de volmachtgever.

        §2. De Toegangspunten (voor data spreken we van Datadienstenpunten) waarop dit mandaat betrekking heeft, betreffen elektriciteits- en/of gasaansluitingen van gebouwen en/of installaties die de Distributienetgebruiker bezit of gebruikt in het door de Distributienetbeheerder bediend gebied. De actuele lijst van Toegangspunten is voor het Lokaal Bestuur beschikbaar in de energiemanagementsoftware zoals vermeld in art. 2. De lijst met identificatie van de betreffende Toegangspunten is niet exhaustief en kan derhalve door de volmachtgever steeds worden aangepast in geval van verhuizing, nieuwe aansluiting, verzwaring, bijkomende nieuwe exploitatiezetel, enz.
        §3. Dit mandaat is intuitu personae, en maximaal voor de duur van het datacontract tussen de volmachtgever en de volmachtdrager waarbij de volmachtgever aan de volmachtdrager gevraagd heeft de gegevens te verzamelen en te verwerken. De volmacht wordt overgedragen naar de nieuwe rechtspersoon bij opslorping van de volmachtdrager door deze nieuwe rechtspersoon, of bij een fusie met een andere rechtspersoon.
        §4. Dit mandaat is niet-exclusief.
        §5. Het mandaat betreft de opvraging van gegevens door middel van een structurele uitwisseling door middel van een applicatie van de distributienetbeheerder, al dan niet gecombineerd met een mandaat om lokaal een gebruikerspoort door de distributienetbeheerder te laten openstellen.
        §6. Het komt aan de volmachtdrager toe om de distributienetbeheerder op de hoogte te stellen van de intrekking of beëindiging van het verstrekte mandaat.
        §7. Huidig mandaat geeft tevens op een ondubbelzinnige wijze aan de volmachtdrager de toestemming om persoonsgegevens over de afname en/of productie van elektriciteit en/of gas, die de volmachtgevers betreffen en beschermd zijn door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer  (van natuurlijke personen) ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, evenals, voor zover nodig, de gegevens die niet direct of indirect kunnen verbonden worden met uitsluitend de volmachtgever(s), te verzamelen bij de distributienetbeheerder en te verwerken.
        §8. Fluvius System Operator cvba heeft voor de DNB een verantwoordelijke aangesteld die fungeert als aanspreekpunt voor de verwerking van persoonsgegevens. Deze verantwoordelijke is bereikbaar via een brief gericht aan Fluvius cvba, t.a.v. de functionaris voor gegevensbescherming (DPO), Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle of via e-mail (privacy@fluvius.be).
        §9. De volmachtdrager erkent het bestaan van een recht van de volmachtgever om zich kosteloos tegen de voorgenomen verwerking van hem betreffende persoonsgegevens te verzetten, indien deze verwerking verricht wordt met het oog op direct marketing.
        §10. Deze toestemming is beperkt tot de volmachtdrager zelf als verantwoordelijke voor de verwerking evenals de door hem aangestelde verwerker, en is beperkt in de tijd tot de duur van de huidig mandaat en tot de duur van het datacontract tussen de volmachtgever en de volmachtdrager waarin de volmachtgever aan de volmachtdrager heeft gevraagd de gegevens te verzamelen en te verwerken.
        §11. Overeenkomstig de wettelijke regeling is dit mandaat ad nutum intrekbaar, onverminderd het recht van de volmachtdrager op vergoeding van de geleverde en aanvaarde prestaties overeenkomstig de overeengekomen tarieven.

        Artikel 14: INTELLECTUELE EIGENDOM
        §1. De intellectuele en industriële eigendomsrechten met betrekking tot o.a. tekeningen, modellen, literaire werken en/of documenten (opgeslagen op bestendige wijze of in machinetaal), rapporten, software en databanken, evenals de methodes, kennis, concepten en andere ontwikkelingen waarvan elke partij eigenaar of licentiehouder is, zullen die partij als eigenaar of licentiehouder blijven toebehoren. Alle intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit een wijziging of aanpassing van de intellectuele eigendom van een partij behoren automatisch aan de DNB of de opdrachtnemer toe.
        §2. Elke partij verbindt zich ertoe elke wijziging of aanpassing nauwkeurig te documenteren.
        §3. De intellectuele en industriële eigendomsrechten met betrekking tot o.a. tekeningen, modellen, literaire werken en/of documenten (opgeslagen op bestendige wijze of in machinetaal), rapporten, software en databanken, evenals de methodes, kennis, concepten en andere ontwikkelingen, die in het kader van de uitvoering van de overeenkomst of de daaruit voortvloeiende overeenkomsten gecreëerd worden (hierna 'specifieke ontwikkelingen' genaamd), behoren vanaf hun ontstaan onmiddellijk in volle en exclusieve eigendom aan de DNB toe.
        §4. Voor zover nodig, teneinde het Lokaal Bestuur toe te laten de 'specifieke ontwikkelingen' te gebruiken, aan te passen, te (laten) onderhouden (door derden) en/of te reproduceren, verbindt de DNB zich ertoe en/of maakt deze zich sterk, om het Lokaal Bestuur, zowel wat de eigen intellectuele en industriële eigendomsrechten van de DNB betreft die gebruikt werden in het kader van de uitvoering van de opdracht en/of nodig zijn teneinde de (specifieke ontwikkelingen' te gebruiken, aan te passen, te (laten)onderhouden (door derden) en/of te reproduceren, als wat de 'specifieke ontwikkelingen' betreft, een niet-exclusieve, overdraagbare, wereldwijde, onherroepelijke (tijdens en na de opdracht) en voor sublicentie vatbare licentie toe te kennen voor de duur van de wettelijke bescherming van de intellectuele eigendomsrechten (en met een minimum van 70 jaar) met het oog op gebruik, wijziging, onderhoud, vertaling, ontwikkeling en reproductie. Deze toekenning gebeurt tegen een vergoeding die in onderling overleg tussen de partijen wordt bepaald. Partijen kunnen overeenkomen dat die vergoeding begrepen is in de kostprijs van deze kaderovereenkomst.
        §5. Het Lokaal Bestuur onthoudt zich ervan de 'specifieke ontwikkelingen' op om het even welke wijze te gebruiken voor andere doeleinden dan de uitvoering van deze opdracht zonder de voorafgaande, schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van de DNB; zal zal er voor zorgen dat haar werknemers, aangestelden en onderaannemers eveneens aan deze verplichting worden onderworpen.
        §6. De DNB vrijwaart het Lokaal Bestuur tegen elke vordering tegen het Lokaal Bestuur ingesteld op grond van inbreuk of vermeende inbreuk op enig intellectueel eigendomsrecht wegens de uitvoering van de diensten opgesomd in deze overeenkomst, mits de DNB van dergelijke vordering onmiddellijk op de hoogte wordt gesteld, en tijdig de bevoegdheid, informatie en hulp krijgt voor het voeren van de verdediging inzake het desbetreffende rechtsgeding of gerechtelijke procedure. Indien de diensten, of een deel daarvan, ten gevolge van een dergelijk rechtsgeding of gerechtelijke procedure worden beschouw als een inbreuk of het Lokaal Bestuur het gebruik ervan wordt verboden, zal de DNB naar eigen goeddunken en voor eigen rekening:

        • voor het Lokaal Bestuur het recht verwerven de diensten te blijven gebruiken, of;
        • de diensten vervangen met vrijwel gelijke diensten die geen inbreuk vormen;
        • of de diensten zo aanpassen dat ze niet langer een inbreuk vormen.

        Artikel 15: BEËINDIGING EN ONTBINDING
        Beëindiging van de kaderovereenkomst:
        §1. Elke partij kan een einde stellen aan onderhavige overeenkomst, met uitwerking vanaf 1 januari van het eerstvolgend kalenderjaar, mits schriftelijke kennisgeving per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de andere partij ten laatste drie kalendermaanden vóór het einde van het lopende kalenderjaar.
        §2. In zulk geval van beëindiging blijft elke partij onverminderd en onvoorwaardelijk ertoe gehouden al zijn verplichtingen die uit onderhavige kaderovereenkomst voortvloeien tijdig en volledig uit te voeren en te blijven uitvoeren met betrekking tot het volledige kalenderjaar op het einde waarvan het mandaat een einde neemt, zonder tussentijdse onderbreking.
        §3. Ingeval van lopende specifieke overeenkomsten op het ogenblik van de beëindiging van deze kaderovereenkomst, blijven de bepalingen van de kaderovereenkomst onverkort van toepassing voor de resterende duur van de betreffende specifieke overeenkomst.
        §4. Deze kaderovereenkomst wordt van rechtswege beëindigd bij de ontbinding van de rechtspersoon, bij onbekwaamheid en ook bij kennelijk onvermogen of faillissement.
        Beëindiging van de specifieke overeenkomst:
        §5. Het Lokaal Bestuur kan de specifieke overeenkomst opzeggen:

        • ingeval van overmacht conform artikel 9 van deze kaderovereenkomst; of
        • indien het Lokaal Bestuur de DNB ernstige schending van de specifieke overeenkomst heeft gemeld en de DNB heeft nagelaten maatregelen te nemen deze schending binnen 14 dagen na de datum van de melding te herstellen; of
        • ingeval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, ... van de DNB.

        §6. De DNB kan de specifieke overeenkomst opzeggen:

        • ingeval van overmacht conform artikel 9 van deze kaderovereenkomst; of
        • ingeval van niet-betaling door het Lokaal Bestuur meer dan 1 kalendermaand na daartoe te zijn aangemaand door de DNB overeenkomstig artikel 11 van deze kaderovereenkomst; of
        • indien de DNB het Lokaal Bestuur een andere schending door het Lokaal Bestuur van deze kaderovereenkomst heeft gemeld, die een nadelige invloed heeft op de uitvoering door de DNB van haar verplichtingen ingevolge de specifieke overeenkomst, en het Lokaal  Bestuur de schending niet binnen 14 kalenderdagen vanaf de melding heeft hersteld; of
        • ingeval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, ... van het Lokaal Bestuur.

        §7. Na beëindiging van deze kaderovereenkomst en/of specifieke overeenkomst overeenkomstig punt 1 of 2, zal het Lokaal Bestuur onmiddellijk alle aan de DNB verschuldigde bedragen voldoen met betrekking tot de uitvoering door de DNB tot en met de datum van het einde van de kaderovereenkomst en/of specifieke overeenkomst, inclusief betaling van ieder aanvullend werk dat door de DNB is uitgevoerd op verzoek van het Lokaal Bestuur na beëindiging en betaling van de bestelde apparatuur en het materiaal. De DNB zal alle in zijn bezit zijnde documenten en bescheiden die hij in uitvoering van deze kaderovereenkomst en/of specifieke overeenkomst heeft ontvangen, onmiddellijk terug te bezorgen zonder dat de DNB gerechtigd is om enig zulk document te behouden.

        Artikel 16: GESCHILLEN
        §1. Deze kaderovereenkomst en de specifieke overeenkomsten gesloten ter uitvoering ervan worden beheerst door Belgisch recht.
        §2. Partijen zijn ertoe gehouden de overeenkomst te goeder trouw uit te voeren, rekening houdend met hun wederzijdse belangen. Vooraleer een dispuut aan een rechtbank voor te leggen, verbinden partijen er zich toe te goeder trouw en met inachtname van de redelijke belangen van de andere partij te onderhandelen met het oog op een minnelijke regeling.
        §3. De rechtbanken van het arrondissement waarin het Lokaal Bestuur gelegen is, zijn bevoegd.

        Artikel 17: GELDIGHEID VAN DE VOORWAARDEN
        §1. Indien enige bepaling uit deze kaderovereenkomst onwettig, ongeldig of onuitvoerbaar wordt verklaard, zal dit de geldigheid en uitvoerbaarheid van de overige bepalingen uit deze kaderovereenkomst niet aantasten en zullen partijen zich inspannen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldige, wettige en uitvoerbare clausule met hetzelfde economisch effect en die zo nauw mogelijk aansluit bij de bedoeling van partijen overeen te komen.

        Artikel 18: WIJZIGING REGELGEVING
        §1. De DNB kan niet aansprakelijk gesteld worden voor alle wijzigingen die zij aan deze kaderovereenkomst dient aan te brengen, inclusief de gebeurlijke stopzetting ervan, als gevolg van wijzigingen waaraan zij door wetgevende of regulatoire instellingen zou worden onderworpen. Ingeval van wijziging van de toepasselijke wet- of regelgeving, stelt de DNB te goeder trouw de wijzigingen voor die aan deze kaderovereenkomst en de specifieke overeenkomsten moeten worden aangebracht teneinde deze hiermee in overeenstemming te brengen en het economisch evenwicht van deze kaderovereenkomst en specifieke overeenkomsten maximaal te vrijwaren. Indien partijen niet akkoord gaan over de voorgestelde wijziging, wordt deze kaderovereenkomst beëindigd en worden de resterende bedragen in één keer opeisbaar.

         

        Artikel 2. Het college wordt opdracht gegeven de samenwerkingsovereenkomst af te sluiten.

  • Mondelinge vragen

    • Varia - mondelinge vragen van raadsleden

      Aanwezig: Kenneth Vyncke, voorzitter
      Astrid Pollers, voorzitter vast bureau
      Maarten Forceville, Katleen D'Haese, Philippe Scheys, Stijn Van Meerbeeck, Liesbeth Van Hemelrijck, leden vast bureau
      Luk Draye, Griet Lissens, Tom Denon, Kristin Lercangé, Christophe Lonnoy, Marc Debusschere, Anneloes Vandenbroucke, Thomas Donceel, Simon Pardon, Eva Sieben, Bieke Vanhellemont, Marianne Van Rompaey, Hugo Coomans, Bart Michiels, Jan Creten, Tom De Latte, An Beghin, Annelies Smets, raadsleden
      Renaat Kamers, algemeen directeur
      Verontschuldigd: Jan Schelstraete, leden vast bureau
      Lydie Wuyts, raadsleden
      Aanleiding
      • mondelinge vragen van raadsleden tijdens de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn
      Feiten, context en argumentatie

      Artikel 11 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de raadsleden het recht hebben om mondelinge en schriftelijke vragen te stellen aan de voorzitter en de leden van het vast bureau.

      Na afhandeling van de agenda en vóór het sluiten van de openbare vergadering van de raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

      Daar de mondelinge vragen deel uitmaken van het zittingsverslag, vormen deze voortaan een onderdeel van de audio-opnames.

      Juridische grond
      • artikelen 31 en  38 5° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (art.74 raad voor maatschappelijk welzijn)
      • artikel 11 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, goedgekeurd door de raad van 12 oktober 2021
      Besluit
      1. Raadslid An Beghin - vraag aan schepen Liesbeth Van Hemelrijck over de stand van zaken betreffende de uitrol van het lokaal sociaal beleidsplan
      2. Raadslid Jan Creten - vraag aan schepen Stijn Van Meerbeeck over de garanties van Zorg Leuven om de kinderopvangplaatsen in Herent te behouden na een eventuele stopzetting van de huidige opvanginitiatieven in Herent

De voorzitter sluit de zitting op 23/06/2022 om 13:34.

Namens raad voor maatschappelijk welzijn,

Renaat Kamers
algemeen directeur

Kenneth Vyncke
voorzitter