De voorzitter opent de zitting op 21/06/2022 om 19:32.
Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de zitting van 10 mei 2022 goed.
Artikel 2. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het audiozittingsverslag.
Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportering organisatiebeheersing 2021-2022 (referte: 20220531_Rapport Organisatiebeheersing 2021-2022_AD.pdf ) en de bijlagen (referten: OBR_Bijlage 1-20220525_Selectie_processen_verbeteracties.pdf;BR_Bijlage 2-2021_Jaarverslag_informatieveiligheid_Herent.pdf; OBR_Bijlage 3-20220124_Veiligheidsplan_AGBenGenO_Herent_2022-2024.pdf; OBR_Bijlage 4-Presentatie resultaten arbeiders.pdf; OBR_Bijlage 5-Terugkoppeling_resultaten_RA_Herent_.pdf; OBR_Bijlage 6-Verslag_jaarlijkse_rondgang_G-O_2021.pdf).
Het lokaal bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen en voorziet bijgevolg in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel. Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Deze verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd.
a) een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar
b) het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfonds). Na onderhandelingen met de VVSG werd OFP PROVANT omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537.155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden.
of
c) de federale piste volgen (***) - De wet van 1 februari 2022 heeft de Pensioendienst bevoegd gemaakt door de taak van aankoopcentrale in het domein van de aanvullende pensioenen voor de contractuele personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen in te schrijven als nieuwe wettelijke opdracht van de Pensioendienst.
Een contractueel pensioen wordt opgebouwd op een begrensd loon. Eens een medewerker meer verdient dan dit loonplafond, wordt er geen rekening gehouden met dit gedeelte van het loon boven dit plafond voor de opbouw van het wettelijk pensioen. Dit wil dan ook zeggen dat als men dit wil opvangen via een tweede pensioenpijler, men een hogere bijdrage moet betalen op het loongedeelte dat boven dit loonplafond valt.
Het aanbieden door het bestuur van een steprate kadert in het aantrekken van deskundig, competent en gemotiveerd leidinggevend (kader)personeel in contractueel dienstverbanden vertegenwoordigt een beperkte financiële kost voor het bestuur omdat het aantal dergelijke functies beperkt is (bijv. A1a-A2a-A3, A4a-A4b en de decretale graden). Als het bestuur en steprate invoert moet het minimaal 5% bedragen omdat de bijdragevoet voor onze contracten 5% bedraagt.
Indien het bestuur zou opteren om de bijdragevoet op te trekken tot 6% dan bedraagt de minimale steprate 6%.
Bij het aantrekken en behouden van talentrijke en beloftevolle medewerkers is een competitief verloningspakket uiteraard erg belangrijk, maar naast de gekende opslag of alternatieve loonvormen, kan ook de uitbouw van een tweede pensioenpijler een belangrijke troef zijn om medewerkers te belonen.
In de toekomst zal voor lokale besturen het aanbieden van dergelijke pensioenplannen alleen maar belangrijker worden in the struggle for talent! Dus het is aangewezen dit element bij vacatures uit te spelen.
schematisch voorgesteld -
(***) federale piste stand van zaken -
Overeenkomstig de voorgestelde planning werden de overheidsopdracht en de selectiecriteria gepubliceerd op 14 maart 2022 (= aanvang van fase 1) en zullen de opdrachtdocumenten aan de geselecteerde kandidaten bezorgd worden in de loop van de maand mei 2022 (= aanvang van fase 2). Na de onderhandelingen over de eerste offertes en de indiening van de tweede offertes zal het Beheerscomité van de Pensioendienst de opdracht gunnen in de loop van de maand augustus 2022 waarna het aangeduide pensioenfonds in september 2022 van start zal kunnen gaan met de uitvoering van de overheidsopdracht.
Vergelijking OFP Prolocus versus het federaal pensioenplan
Gunstig advies voor de toetreding tot OFP Prolocus
2de pensioenpijler voor contractuele personeelsleden van het OCMW
voor een globale bijdragevoet van 5%
Kredieten voorzien in het MJP 2020-2025 op AR 614005, 621230 en 622210
Geen standpunt ingenomen visum VSM/2022/109 van Pascal De Geyter van 09 juni 2022
Raadslid Loes Vandenbroucke deelt mee dat haar Groen-fractie zich bij de stemming zal onthouden omwille van volgende aangehaalde redenen:
"Spaartegoeden, die beheerd worden door een pensioenfonds worden – net zoals andere spaartegoeden – geïnvesteerd en dat is geen neutrale activiteit. Zo zijn er pensioenspaarfondsen die investeren in wapens, tabak, kansspelen, bont en natuurlijk ook fossiele brandstoffen. Gemeenten kunnen met die spaartegoeden wel degelijk maatschappelijk een verschil maken door uitsluitend te kiezen voor beleggingen die sociaal én ecologisch te verantwoorden zijn. Hoewel er zowel in het document ‘Verklaring inzake beleggingsbeginselen’ als in de brief aan de stad Gent naar aanleiding van een gelijkaardige bezorgdheid, pogingen worden gedaan om de duurzame intenties te benadrukken gaat het nergens over harde engagementen. In de brief lezen we ‘ambities’ en in de verklaring lezen we bijv. “Bij duurzaam beleggen worden ESG [environmental, social, governance]-criteria in overweging genomen in het risico- en portefeuillebeheer.’ (p. 11) en “De IBP heeft besloten om, ook wat actieve ESG-mandaten betreft, ‘traditionele’ benchmarks te blijven gebruiken om de prestaties van de vermogensbeheerder af te toetsen in plaats van ESG-specifieke benchmarks omdat de ALM-studies gebaseerd zijn op traditionele benchmarks en omdat de vermogensbeheerders stellen dat ze dankzij een actief ESG-beleid het traditionele beheer kunnen verbeteren. Met andere woorden, de IBP verwacht van de actieve beheerder die een ESG-specifiek mandaat heeft om traditionele benchmarks te verslaan op een risicogewogen basis. ESG-integratie mag geen excuses zijn voor minprestatie omdat dit de financiering van het plan in het gedrang zou brengen.” (p. 22).
Er zullen in de praktijk dus enkel duurzame keuzes gemaakt worden als er moet gekozen worden tussen twee producten met een gelijkaardige opbrengst. Gezien de maatschappelijke kost nauwelijks wordt verdisconteerd in niet-duurzame producten, zal de keuze meestal ten nadele uitvallen van de duurzame alternatieven. Omdat we dit een veel te zwakke invulling vinden van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die een gemeente zou moeten nemen, kunnen we - ondanks de verklaarde goed bedoelingen - deze toetreding niet goedkeuren. We zouden daarom willen vragen dat de gemeente haar beslissing even on hold zet om na te gaan welke echt duurzame pensioenfondsen er op de markt zijn. Ter info: Fairfin heeft eind 2020 een screening gedaan van 5 zogenaamd ‘duurzame’ pensioenspaarfondsen. Twee ervan konden absoluut niet door te beugel op vlak van duurzaamheid. We hopen dat de gemeente zich niet laat misleiden door een oppervlakkig laagje van green washing en fair washing."
De bevoegde schepen van personeel, Katleen D'Haese, wijst erop dat het lokaal bestuur Gent toch finaal deelneemt aan Prolocus. Er waren trouwens niet veel alternatieven, uitgezonderd het initiatief, opgestart door de federale overheid, maar dit project staat nog in de kinderschoenen. Ook haalt de schepen aan dat Prolocus het duurzaamheidscharter heeft ondertekend. Ook weet zij dat de fondsenbeheerder, Candriam, sterk inzet op duurzaamheid.
De schepen heeft vertrouwen in het door de diensten uitgewerkt voorstel, dat gebaseerd is p een grondige analyse.
Raadslid Luk Draye sluit zich aan bij de bekommernissen van de Groen-fractie. Het lokaal bestuur Gent heeft hieromtrent engagementen toegevoegd in het desbetreffende toetredingsbesluit en bijkomende garanties verkregen van Prolocus.
Artikel 1. De raad keurt met ingang van 1 januari 2022 de toetreding tot OFP [Organisme voor de Financiering van Pensioenen] Prolocus (Afzonderlijk vermogen VVSG) goed. Het bestuur richt hiertoe een verzoek tot aanvaarding als lid van de algemene vergadering tot OFP Prolocus.
Artikel 2. De raad stemt in met de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP Prolocus.
Artikel 3. De bijdragevoet voor het loongedeelte onder het wettelijk loonplafond bedraagt 5%. De bijdragevoet voor het loongedeelte boven het wettelijk loonplafond (de zogenaamde "steprate") wordt vastgesteld op 5%.
Artikel 4. De raad bepaalt dat er een MIPS [Multi Inrichters Pensioenstelsel] binnen de contouren van OFP Prolocus zal worden opgericht samen met de gemeente met als voordeel dat er solidariteit is tussen het fonds van de gemeente en het OCMW, en dat een medewerker niet benadeeld wordt bijj interne mobiliteit van gemeente naar OCMW en omgekeerd.
Artikel 5. De raad neemt kennis van en stemt in met:
Artikel 6. De raad neemt kennis van:
Artikel 7.
Artikel 8. De voorzitter van de raad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke stappen te nemen voor de uitvoering van de voormelde besluiten.
De rekening werd afgesloten op 31 december 2021
De jaarrekening 2021 met de wettelijke rapporten werd overeenkomstig decreet lokaal bestuur aan ieder raadslid overgemaakt minstens veertien dagen vóór de vergadering van heden
De jaarrekening 2021 sluit af met:
Raadslid Simon Pardon stelt dat zijn fractie zich bij de stemming zal onthouden omwille van het feit dat zijn fractie andere beleidskeuzes zou hebben gemaakt dan het huidig bestuur.
Raadslid Tom Denon schaart zich achter het standpunt van de Groen-fractie en uit zijn bezorgdheid over de weerslag van de huidige inflatieschok op de gemeentelijke financiën.
Raadslid Luk Draye zou het niet anders verwoorden dan de Groen-fractie.
Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de jaarrekening 2021 van het OCMW vast.
De Hemelboom zal volgens het meerjarenplan 2020-2025 voorzien worden van zonnepanelen. Dit kan via de deskundige ondersteuning van Fluvius (Iverlek/DNB). De raad van maatschappelijk welzijn moet hiervoor de kaderovereenkomst met Iverlek/DNB goedkeuren waarna Iverlek een concreet projectvoorstel kan opstellen.
Het goedkeuren van de kaderovereenkomst heeft geen financiële weerslag voor de gemeente.
Artikel 1. De kaderovereenkomst tussen Iverlek/DNB, opdrachthoudende vereniging, en het OCMW Herent wordt goedgekeurd.
Kaderovereenkomst (Fluvius duurzame gebouwen)
Tussen enerzijds,
OCMW Herent, Spoorwegstraat 6 - 3020 Herent
hierna genoemd "het Lokaal Bestuur",
en,
anderzijds,
Iverlek, opdrachthoudende vereniging/coöperatieve intercommunale vereniging, Aarschotsesteenweg 58 -3012 Wilsele met ondernemingsnummer BE 0222.343.301, vertegenwoordigd door Tom Ceuppens, directeur Klantendienst
hierna genoemd "de DNB",
wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: VOORWERP
§1. Ieder Lokaal Bestuur kan een verzoek richten aan de DNB om een aanbod te formuleren voor ondersteuning bij de planning en/of implementatie van het lokale energiebeleid.
§2. De DNB creëert op zelfstandige wijze een aanbod inzake het organiseren van ondersteuningsactiviteiten gericht op energiebesparingen en van de daartoe dienende investeringen op niveau van (hernieuwbare) energie en energie-efficiëntie (hierna "energiediensten" genoemd) ten behoeve van het Lokaal Bestuur in haar streven naar een optimale energiebeheersing in haar patrimonium.
§3. Wanneer het Lokaal Bestuur dit aanbod aanvaardt, realiseert zij een beheersoverdracht aan de DNB voor dit aanbod en dit volgens de toepasselijke statutaire bepalingen van de DNB. De bepalingen van deze overeenkomst vormen het kader waarbinnen deze beheersoverdracht door de DNB wordt uitgevoerd.
§4. Om de energiediensten te organiseren zal de DNB de hiervoor noodzakelijke overheidsopdrachten uitschrijven, gunnen en toewijzen aan (een) kandida(a)t(en), hierna opdrachtnemer(s) genoemd, en toezien op de uitvoering van deze energiediensten door de opdrachtnemer(s), dit alles binnen de grenzen van de hierna beschreven modaliteiten.
§5. Ingeval het geformuleerde aanbod niet aansluit bij de verwachtingen van het Lokaal Bestuur, volstaat het dat deze het aanbod niet aanvaardt opdat deze de realisatie van het project autonoom kan afhandelen.
§6. Deze kaderovereenkomst heeft als referentienummer HRNT-O-RC-20-20-001 en werd opgemaakt op 6 januari 2020.
Artikel 2: WERKWIJZE
§1. Het aanbod van de DNB is gericht op het opzetten van een energiezorgsysteem, wat omvat:
- Het ter beschikking stellen van een energiemanagementsoftware met bijhorende exploitatie
- Het formuleren van energie-advies
§2. Het aanbod van de DNB kan verder bestaan uit het volgende:
§3. Op basis van het energie-advies kan het Lokaal Bestuur beslissen om op één of meerdere van deze werkwijzen uit het aanbod in te gaan.
§4. Afhankelijk van het soort werkwijze, zal een afzonderlijke studie-, project-, en/of onderhoudsovereenkomst (hierna in het algemeen 'specifieke overeenkomsten' genoemd) worden gesloten tussen de DNB en het Lokaal Bestuur, welke kadert binnen deze overeenkomst. Deze specifieke overeenkomsten worden beheerst door de bepalingen van deze kaderovereenkomst, tenzij de specifieke overeenkomst hiervan uitdrukkelijk afwijkt.
§5. Vóór het bepalen van het aanbod zal de DNB eerst nagaan wat de globale behoeften zijn van de lokale besturen en of er een voldoende aantal lokale besturen interesse vertoont. In bevestigend geval zal de DNB op de markt een opdracht uitschrijven voor het leveren van de energiediensten en dit in overeenstemming met de wet op de overheidsopdracht (WOO). Dit zal telkens gebeuren op basis van een lastenboek dat door de DNB wordt opgesteld.
Artikel 3: DUURTIJD VAN DE OVEREENKOMST
§1. Deze kaderovereenkomst treedt in werking na ondertekening van dit contract en geldt voor onbepaalde duur.
Artikel 4: VERPLICHTINGEN VAN DE DNB
§1. De DNB voert haar verbintenissen uit als een goede huisvader en in overeenstemming met de bepalingen van deze kaderovereenkomst, de ter zake toepasselijke wettelijke voorschriften en de bepalingen hieromtrent in de specifieke overeenkomsten die in navolging van deze kaderovereenkomst worden gesloten.
§2. De DNB is verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke bepalingen (o.a. inzake veiligheid en gezondheid) betreffende de aspecten van de uitvoering van een project, in die mate dat de naleving ervan inherent is aan de uitvoering van taken die in het takenpakket van de DNB zijn voorzien. Het Lokaal Bestuur blijft als enige verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke bepalingen (o.a. inzake veiligheid en gezondheid) betreffende die aspecten van de uitvoering van een project op de locatie, waarvan de naleving niet inherent is aan de uitvoering van de taken die in het takenpakket van de DNB of de opdrachtnemer zijn voorzien. Zo draagt de DNB o.o. geen verantwoordelijkheid voor de verwijdering of bestrijding van gevaar voor de gezondheid, voor de veiligheid of voor enige andere overtreding voortvloeiende uit de activiteiten van het Lokaal Bestuur op de locatie of enige andere werkzaamheden die door personen welke geen personeelsleden van de DNB, of Fluvius zijn, worden uitgevoerd, inclusief het Lokaal Bestuur zelf, diens aannemers of onderaannemers aangesteld buiten het kader van deze projectovereenkomst, diens huurders of bezoekers.
§3. De verplichtingen van de DNB, afhankelijk van de kenmerken van de specifieke overeenkomst, kunnen onder meer bestaan uit een of meer van volgende taken:
In fase van onder meer het ontwerp en de opmaak van het bestek:
In de fase van de overheidsopdracht:
In fase van de uitvoering:
Artikel 5: VERPLICHTINGEN VAN HET LOKAAL BESTUUR
§1. Het Lokaal Bestuur verbindt er zich toe aan de DNB, en op diens eerste verzoek, alle noodzakelijke en/of nuttige inlichtingen te verschaffen voor de uitvoering van zijn verbintenissen.
§2. Het Lokaal Bestuur verleent het mandaat aan de DNB om de verbruiks-, en facturatiegegevens inzake elektriciteit, gas, warmte, stookolie en water voor het Patrimonium bij de leveranciers van het Lokaal Bestuur op te vragen. Desgevallend zal het Lokaal Bestuur, op eerste verzoek hiertoe van de DNB, een schriftelijke bevestiging van dit mandaat bezorgen aan de DNB opdat deze de hierboven vermelde gegevens en informatie rechtstreeks bij de betrokken leveranciers kan opvragen.
§3. Het brandverslag dient ter beschikking gesteld te worden aan de DNB. Indien er geen brandverslag bestaat dient het Lokaal Bestuur hierover advies te vragen aan de lokale brandweer.
§4. Het Lokaal Bestuur dient de asbestinventaris ter beschikking te stellen. Wanneer er een vermoeden is van asbesthoudende materialen en dit is niet opgenomen in de asbestinventaris van het Lokaal bestuur, wordt door het Lokaal bestuur het initiatief genomen inzake de controle hiervan door een staalname en labo-onderzoek.
Artikel 6: PRIJS
§1. De prijs voor de geleverde ondersteuningsactiviteiten wordt bepaald in de specifieke overeenkomsten en omvat — onverminderd andere bepalingen hieromtrent in de specifieke overeenkomst:
§2. De betaling gebeurt overeenkomstig artikel 11 van deze kaderovereenkomst.
Artikel 8: AANSPRAKELIJKHEID
§1. De DNB is niet aansprakelijk voor eventuele insolvabiliteit of wanprestatie van de opdrachtnemer die in opdracht van de DNB betrokken is bij een project. In dit laatste geval verbindt de DNB er zich wel toe de nodige inspanningen te leveren om de contractuele aansprakelijkheidsverplichtingen tot schadeloosstelling die de opdrachtnemer t.a.v. het Lokaal Bestuur heeft, te doen nakomen ten behoeve van het Lokaal Bestuur. Hetzelfde geldt wat de verplichtingen van de opdrachtnemer inzake productaansprakelijkheid betreft. De DNB is gerechtigd, en wordt de nodige procuratie verleend op eenvoudig verzoek, om in naam en voor rekening van het Lokaal Bestuur, zelf de verdediging in rechte en daarbuiten te voeren en eventuele schikkingen te regelen betreffende eventuele vorderingen tegen de opdrachtnemer of andere derden.
§2. Ingeval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, van de opdrachtnemer, kan de DNB, binnen het kader vastgesteld door de wet- en regelgeving overheidsopdrachten, de voortzetting van de studie-, project- of onderhoudsopdracht toevertrouwen aan een andere opdrachtnemer. Eventuele hieruit volgende meerkosten worden, in de mate van het mogelijke, verhaald op de eerstgenoemde opdrachtnemer. Bij gebreke aan volledig verhaal, komen de resterende schade en meerkosten geheel voor rekening van het Lokaal Bestuur.
§3. In geval van buitencontractuele fout of nalatigheid van een opdrachtnemer die schade veroorzaakt aan het Lokaal Bestuur, zal het Lokaal Bestuur zijn rechten zelf rechtstreeks uitoefenen ten aanzien van de veroorzaker van de schade.
§4. De DNB kan enkel aansprakelijk gesteld worden voor opzet en grove schuld.
§5. De DNB is in geen enkel geval aansprakelijk op grond van onderhavig artikel of anderszins op grond van deze overeenkomst of specifieke overeenkomst voor bijzonder, immateriële, indirecte, incidentele, strafrechtelijke, morele of andere gevolgschade, waaronder mede begrepen commercieel verlies, verlies van gebruik of winst, ongeacht de oorzaak ervan, zelfs als de DNB of haar aangestelden op de hoogte gesteld zijn van de mogelijkheid van dergelijke schade. In ieder geval, behoudens ingeval van moedwillig wangedrag of grof verzuim, is de totale aansprakelijkheid van de DNB voor één en alle vorderingen, verliezen of onkosten voortvloeiend uit deze overeenkomst of specifieke overeenkomsten, ongeacht of ze gebaseerd zijn op contract, vrijwaring of elke andere vorm van aansprakelijkheid, beperkt tot het bedrag van de verzekeringspolis, of de totale vergoeding die bepaald is in deze of specifieke overeenkomsten indien deze minder is.
§6. De DNB heeft geen uitstaans met het personeel en anderen aangesteld door het Lokaal Bestuur, en evenmin met enige andere derden, en kan derhalve niet gehouden zijn tot supervisie van hen of tot vergoeding van enige schade welke zij zouden veroorzaken.
§7. Indien het lastenboek zoals vermeld in art. 4 bepaalde verbintenissen voor de opdrachtnemer uitsluit, dan zijn deze ook uitgesloten voor de DNB, tenzij anders bepaald in deze overeenkomst of de specifieke overeenkomsten.
Artikel 9: OVERMACHT
§1. Er is sprake van overmacht als onvoorzienbare en onoverkomelijke omstandigheden zich voordien die een van de beide partijen verhinderen geheel of gedeeltelijk aan haar verplichtingen te voldoen. Worden met name als gevallen van overmacht beschouwd: arbeidsconflicten, brand, mobilisatie, oorlog, epidemie, opeisingen, opstand, beperking van het energieverbruik, faillissement van de opdrachtnemer en andere gevallen zoals vermeld in artikel 62 van het KB van 14 januari 2013 betreffende de uitvoering van overheidsopdrachten, enz. op voorwaarde dat deze omstandigheden onafhankelijk zijn van de wil van de partijen.
§2.Worden daarentegen met name niet als gevallen van overmacht beschouwd: het intrekken, wijzigen, niet verlengen van overheidsvergunningen, gerechtelijke verzegelingen of enige andere omstandigheid die te wijten is aan de onachtzaamheid of een fout van de erdoor getroffen partij.
§3. Het geval van overmacht bevrijdt de DNB of het Lokaal Bestuur voor de duur ervan van die verplichtingen waarvan de goede uitvoering wordt verhinderd, zonder dat de wederpartij enige schadevergoeding kan vorderen ten welke titel ook en voor welke schade dan ook. Voor alle duidelijkheid bepalen partijen hierbij expliciet dat het Lokaal Bestuur door een geval van overmacht niet zal bevrijd zijn van zijn verplichting tot het betalen van het bedrag dat betrekking heeft op werken, diensten of leveringen die zijn uitgevoerd voordat de situatie van overmacht zich heeft voorgedaan.
§4. Te dien einde, dient de partij die zich wenst te beroepen op een geval van overmacht de andere partij daarvan per een aangetekende brief en uiterlijk binnen de twee werkdagen na het zich voordoen van het geval van overmacht in kennis te stellen.
§5. Ingeval de overmacht langer dan 1 maand duurt te rekenen vanaf de dag van het versturen van de in de vorige alinea bedoelde aangetekende brief heeft elke partij het recht deze kaderovereenkomst zonder schadevergoeding op te zeggen.
§6. De opzegging wordt pas effectief nadat de andere partij er per aangetekende brief met ontvangstbewijs van in kennis gesteld werd en vanaf de dag volgend op de ontvangst ervan.
Artikel 10: VERZEKERING
§1. De DNB bevestigt te beschikken over toereikende verzekeringspolissen (o.a. ABR en/of BA) voor de duur van deze kaderovereenkomst die haar aansprakelijkheid dekt voor lichamelijke, materiële en immateriële schade toegebracht aan het Lokaal Bestuur of de opdrachtnemer en derden ingevolge zijn doen of nalaten en dat van zijn personeel in uitvoering van deze kaderovereenkomst en de specifieke overeenkomsten.
§2. Het Lokaal Bestuur zorgt voor een afdoende brandverzekering voor de gebouwen die het voorwerp uitmaken van een specifieke overeenkomst.
Artikel 11: BETALING
§1. Indien de partijen een financieringsovereenkomst sluiten n.a.v. een studie-, project- en/of onderhoudsovereenkomst, komt de prijs van de specifieke overeenkomst ten laste van deze financiering. De DNB zal de financiering aanwenden ter voldoening van de facturen, na redelijke controle op hun gegrondheid en correctheid.
§2. Bij gebreke aan financieringsovereenkomst, betaalt het Lokaal Bestuur de prijs in één keer, tenzij anders overeengekomen wordt:
§3. De DNB heeft een inningsmandaat verleend aan Fluvius System Operator cvba, dat in naam en voor rekening van de DNB zal optreden in de uitvoering van deze overeenkomst.
Artikel 12: CONFIDENTIALITEIT
§1. Beide partijen bewaren de confidentialiteit omtrent de Vertrouwelijke Informatie.
Onder “Vertrouwelijke informatie” wordt verstaan, alle informatie — onder welke vorm ook — die afkomstig is van één van beide partijen, hun filialen, of van met de partijen verbonden vennootschappen en/of entiteiten, zowel de huidige als de toekomstige en die niet openbaar bekend is. Deze Vertrouwelijke Informatie omvat minstens het volgende, doch is niet beperkt tot navolgende opsomming:
Wordt uitdrukkelijk niet als Vertrouwelijke Informatie beschouwd, de informatie:
(i) die openbaar is gemaakt of in het publiek domein is gevallen zonder inbreuk op de bepalingen van deze overeenkomst;
(ii) die rechtmatig werd bekomen van een derde die niet is gebonden door een verplichting tot confidentialiteit;
(iii) die in het kader van een geschillenregeling, van een arbitrale of gerechtelijke procedure, of overeenkomstig een wet, decreet of reglement moeten worden vrijgegeven door één van de partijen;
(iv) die op totaal onafhankelijke wijze door een partij is ontwikkeld of ontdekt, mits dit door de partij die zich erop beroept onomstotelijk kan worden aangetoond.
§2. Beide partijen verbinden zich ertoe:
§3. Ingevolge huidige confidentialiteitsbepaling kent elke partij het recht toe aan de andere partij om de aan hen meegedeelde Vertrouwelijke Informatie te gebruiken in het kader van deze kaderovereenkomst en de daaruit voortvloeiende specifieke overeenkomsten, en enkel tijdens de duur van deze kaderovereenkomst. Deze bepaling kan niet geïnterpreteerd worden als het toekennen van enig eigendomsrecht, enig zakelijk, intellectueel of gebruiksrecht op de meegedeelde Vertrouwelijke Informatie. De meegedeelde Vertrouwelijke Informatie kan niet worden aangewend voor commercieel gebruik, noch kan deze Vertrouwelijke Informatie geïncorporeerd worden in of gecombineerd worden met producten of diensten op enigerlei wijze die de eigendom- of gebruiksrechten van de andere partij schendt.
§4. Deze confidentialiteitsbepaling belet partijen niet om aan hun raadslieden, verzekeraars, accountants, financiers en revisoren inzage te geven in de Vertrouwelijke Informatie in de mate dezen zich tot dezelfde confidentialiteitsplicht verbinden.
§5. Deze confidentialiteitsbepaling neemt een aanvang bij de ondertekening van deze kaderovereenkomst met dien verstande dat reeds eerder meegedeelde Informatie impliciet aan deze bepaling onderworpen is. Deze bepaling geldt tot vijf jaar na beëindiging van deze kaderovereenkomst.
Artikel 13: MANDAAT VOOR DATABEHEER
§1. Het Lokaal Bestuur geeft, als mandaatgever, aan de DNB, als volmachtdrager, mandaat om:
§2. De Toegangspunten (voor data spreken we van Datadienstenpunten) waarop dit mandaat betrekking heeft, betreffen elektriciteits- en/of gasaansluitingen van gebouwen en/of installaties die de Distributienetgebruiker bezit of gebruikt in het door de Distributienetbeheerder bediend gebied. De actuele lijst van Toegangspunten is voor het Lokaal Bestuur beschikbaar in de energiemanagementsoftware zoals vermeld in art. 2. De lijst met identificatie van de betreffende Toegangspunten is niet exhaustief en kan derhalve door de volmachtgever steeds worden aangepast in geval van verhuizing, nieuwe aansluiting, verzwaring, bijkomende nieuwe exploitatiezetel, enz.
§3. Dit mandaat is intuitu personae, en maximaal voor de duur van het datacontract tussen de volmachtgever en de volmachtdrager waarbij de volmachtgever aan de volmachtdrager gevraagd heeft de gegevens te verzamelen en te verwerken. De volmacht wordt overgedragen naar de nieuwe rechtspersoon bij opslorping van de volmachtdrager door deze nieuwe rechtspersoon, of bij een fusie met een andere rechtspersoon.
§4. Dit mandaat is niet-exclusief.
§5. Het mandaat betreft de opvraging van gegevens door middel van een structurele uitwisseling door middel van een applicatie van de distributienetbeheerder, al dan niet gecombineerd met een mandaat om lokaal een gebruikerspoort door de distributienetbeheerder te laten openstellen.
§6. Het komt aan de volmachtdrager toe om de distributienetbeheerder op de hoogte te stellen van de intrekking of beëindiging van het verstrekte mandaat.
§7. Huidig mandaat geeft tevens op een ondubbelzinnige wijze aan de volmachtdrager de toestemming om persoonsgegevens over de afname en/of productie van elektriciteit en/of gas, die de volmachtgevers betreffen en beschermd zijn door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer (van natuurlijke personen) ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, evenals, voor zover nodig, de gegevens die niet direct of indirect kunnen verbonden worden met uitsluitend de volmachtgever(s), te verzamelen bij de distributienetbeheerder en te verwerken.
§8. Fluvius System Operator cvba heeft voor de DNB een verantwoordelijke aangesteld die fungeert als aanspreekpunt voor de verwerking van persoonsgegevens. Deze verantwoordelijke is bereikbaar via een brief gericht aan Fluvius cvba, t.a.v. de functionaris voor gegevensbescherming (DPO), Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle of via e-mail (privacy@fluvius.be).
§9. De volmachtdrager erkent het bestaan van een recht van de volmachtgever om zich kosteloos tegen de voorgenomen verwerking van hem betreffende persoonsgegevens te verzetten, indien deze verwerking verricht wordt met het oog op direct marketing.
§10. Deze toestemming is beperkt tot de volmachtdrager zelf als verantwoordelijke voor de verwerking evenals de door hem aangestelde verwerker, en is beperkt in de tijd tot de duur van de huidig mandaat en tot de duur van het datacontract tussen de volmachtgever en de volmachtdrager waarin de volmachtgever aan de volmachtdrager heeft gevraagd de gegevens te verzamelen en te verwerken.
§11. Overeenkomstig de wettelijke regeling is dit mandaat ad nutum intrekbaar, onverminderd het recht van de volmachtdrager op vergoeding van de geleverde en aanvaarde prestaties overeenkomstig de overeengekomen tarieven.
Artikel 14: INTELLECTUELE EIGENDOM
§1. De intellectuele en industriële eigendomsrechten met betrekking tot o.a. tekeningen, modellen, literaire werken en/of documenten (opgeslagen op bestendige wijze of in machinetaal), rapporten, software en databanken, evenals de methodes, kennis, concepten en andere ontwikkelingen waarvan elke partij eigenaar of licentiehouder is, zullen die partij als eigenaar of licentiehouder blijven toebehoren. Alle intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit een wijziging of aanpassing van de intellectuele eigendom van een partij behoren automatisch aan de DNB of de opdrachtnemer toe.
§2. Elke partij verbindt zich ertoe elke wijziging of aanpassing nauwkeurig te documenteren.
§3. De intellectuele en industriële eigendomsrechten met betrekking tot o.a. tekeningen, modellen, literaire werken en/of documenten (opgeslagen op bestendige wijze of in machinetaal), rapporten, software en databanken, evenals de methodes, kennis, concepten en andere ontwikkelingen, die in het kader van de uitvoering van de overeenkomst of de daaruit voortvloeiende overeenkomsten gecreëerd worden (hierna 'specifieke ontwikkelingen' genaamd), behoren vanaf hun ontstaan onmiddellijk in volle en exclusieve eigendom aan de DNB toe.
§4. Voor zover nodig, teneinde het Lokaal Bestuur toe te laten de 'specifieke ontwikkelingen' te gebruiken, aan te passen, te (laten) onderhouden (door derden) en/of te reproduceren, verbindt de DNB zich ertoe en/of maakt deze zich sterk, om het Lokaal Bestuur, zowel wat de eigen intellectuele en industriële eigendomsrechten van de DNB betreft die gebruikt werden in het kader van de uitvoering van de opdracht en/of nodig zijn teneinde de (specifieke ontwikkelingen' te gebruiken, aan te passen, te (laten)onderhouden (door derden) en/of te reproduceren, als wat de 'specifieke ontwikkelingen' betreft, een niet-exclusieve, overdraagbare, wereldwijde, onherroepelijke (tijdens en na de opdracht) en voor sublicentie vatbare licentie toe te kennen voor de duur van de wettelijke bescherming van de intellectuele eigendomsrechten (en met een minimum van 70 jaar) met het oog op gebruik, wijziging, onderhoud, vertaling, ontwikkeling en reproductie. Deze toekenning gebeurt tegen een vergoeding die in onderling overleg tussen de partijen wordt bepaald. Partijen kunnen overeenkomen dat die vergoeding begrepen is in de kostprijs van deze kaderovereenkomst.
§5. Het Lokaal Bestuur onthoudt zich ervan de 'specifieke ontwikkelingen' op om het even welke wijze te gebruiken voor andere doeleinden dan de uitvoering van deze opdracht zonder de voorafgaande, schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van de DNB; zal zal er voor zorgen dat haar werknemers, aangestelden en onderaannemers eveneens aan deze verplichting worden onderworpen.
§6. De DNB vrijwaart het Lokaal Bestuur tegen elke vordering tegen het Lokaal Bestuur ingesteld op grond van inbreuk of vermeende inbreuk op enig intellectueel eigendomsrecht wegens de uitvoering van de diensten opgesomd in deze overeenkomst, mits de DNB van dergelijke vordering onmiddellijk op de hoogte wordt gesteld, en tijdig de bevoegdheid, informatie en hulp krijgt voor het voeren van de verdediging inzake het desbetreffende rechtsgeding of gerechtelijke procedure. Indien de diensten, of een deel daarvan, ten gevolge van een dergelijk rechtsgeding of gerechtelijke procedure worden beschouw als een inbreuk of het Lokaal Bestuur het gebruik ervan wordt verboden, zal de DNB naar eigen goeddunken en voor eigen rekening:
Artikel 15: BEËINDIGING EN ONTBINDING
Beëindiging van de kaderovereenkomst:
§1. Elke partij kan een einde stellen aan onderhavige overeenkomst, met uitwerking vanaf 1 januari van het eerstvolgend kalenderjaar, mits schriftelijke kennisgeving per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de andere partij ten laatste drie kalendermaanden vóór het einde van het lopende kalenderjaar.
§2. In zulk geval van beëindiging blijft elke partij onverminderd en onvoorwaardelijk ertoe gehouden al zijn verplichtingen die uit onderhavige kaderovereenkomst voortvloeien tijdig en volledig uit te voeren en te blijven uitvoeren met betrekking tot het volledige kalenderjaar op het einde waarvan het mandaat een einde neemt, zonder tussentijdse onderbreking.
§3. Ingeval van lopende specifieke overeenkomsten op het ogenblik van de beëindiging van deze kaderovereenkomst, blijven de bepalingen van de kaderovereenkomst onverkort van toepassing voor de resterende duur van de betreffende specifieke overeenkomst.
§4. Deze kaderovereenkomst wordt van rechtswege beëindigd bij de ontbinding van de rechtspersoon, bij onbekwaamheid en ook bij kennelijk onvermogen of faillissement.
Beëindiging van de specifieke overeenkomst:
§5. Het Lokaal Bestuur kan de specifieke overeenkomst opzeggen:
§6. De DNB kan de specifieke overeenkomst opzeggen:
§7. Na beëindiging van deze kaderovereenkomst en/of specifieke overeenkomst overeenkomstig punt 1 of 2, zal het Lokaal Bestuur onmiddellijk alle aan de DNB verschuldigde bedragen voldoen met betrekking tot de uitvoering door de DNB tot en met de datum van het einde van de kaderovereenkomst en/of specifieke overeenkomst, inclusief betaling van ieder aanvullend werk dat door de DNB is uitgevoerd op verzoek van het Lokaal Bestuur na beëindiging en betaling van de bestelde apparatuur en het materiaal. De DNB zal alle in zijn bezit zijnde documenten en bescheiden die hij in uitvoering van deze kaderovereenkomst en/of specifieke overeenkomst heeft ontvangen, onmiddellijk terug te bezorgen zonder dat de DNB gerechtigd is om enig zulk document te behouden.
Artikel 16: GESCHILLEN
§1. Deze kaderovereenkomst en de specifieke overeenkomsten gesloten ter uitvoering ervan worden beheerst door Belgisch recht.
§2. Partijen zijn ertoe gehouden de overeenkomst te goeder trouw uit te voeren, rekening houdend met hun wederzijdse belangen. Vooraleer een dispuut aan een rechtbank voor te leggen, verbinden partijen er zich toe te goeder trouw en met inachtname van de redelijke belangen van de andere partij te onderhandelen met het oog op een minnelijke regeling.
§3. De rechtbanken van het arrondissement waarin het Lokaal Bestuur gelegen is, zijn bevoegd.
Artikel 17: GELDIGHEID VAN DE VOORWAARDEN
§1. Indien enige bepaling uit deze kaderovereenkomst onwettig, ongeldig of onuitvoerbaar wordt verklaard, zal dit de geldigheid en uitvoerbaarheid van de overige bepalingen uit deze kaderovereenkomst niet aantasten en zullen partijen zich inspannen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldige, wettige en uitvoerbare clausule met hetzelfde economisch effect en die zo nauw mogelijk aansluit bij de bedoeling van partijen overeen te komen.
Artikel 18: WIJZIGING REGELGEVING
§1. De DNB kan niet aansprakelijk gesteld worden voor alle wijzigingen die zij aan deze kaderovereenkomst dient aan te brengen, inclusief de gebeurlijke stopzetting ervan, als gevolg van wijzigingen waaraan zij door wetgevende of regulatoire instellingen zou worden onderworpen. Ingeval van wijziging van de toepasselijke wet- of regelgeving, stelt de DNB te goeder trouw de wijzigingen voor die aan deze kaderovereenkomst en de specifieke overeenkomsten moeten worden aangebracht teneinde deze hiermee in overeenstemming te brengen en het economisch evenwicht van deze kaderovereenkomst en specifieke overeenkomsten maximaal te vrijwaren. Indien partijen niet akkoord gaan over de voorgestelde wijziging, wordt deze kaderovereenkomst beëindigd en worden de resterende bedragen in één keer opeisbaar.
Artikel 2. Het college wordt opdracht gegeven de samenwerkingsovereenkomst af te sluiten.
Artikel 11 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de raadsleden het recht hebben om mondelinge en schriftelijke vragen te stellen aan de voorzitter en de leden van het vast bureau.
Na afhandeling van de agenda en vóór het sluiten van de openbare vergadering van de raad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
Daar de mondelinge vragen deel uitmaken van het zittingsverslag, vormen deze voortaan een onderdeel van de audio-opnames.
De voorzitter sluit de zitting op 23/06/2022 om 13:34.
Namens raad voor maatschappelijk welzijn,
Renaat Kamers
algemeen directeur
Kenneth Vyncke
voorzitter