Tue 18/11/2025 - 20:00 Haagbeuk
Notulen en audiozittingsverslag van de gemeenteraadszitting - goedkeuring en kennisneming.
De vergaderingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn worden vastgelegd op volgende data: 13 januari, 10 februari, 10 maart, 21 april, 26 mei, 23 juni, 8 september, 13 oktober, 10 november, 15 december 2026.
De gemeenteraad stelt het begrip 'dagelijks bestuur' opnieuw vast (delegatie van bepaalde bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen).
Vaststellen van het mandaat.
Vaststellen mandaat
Het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de algemene vergadering van 19 december 2025 van IGO div wordt als volgt vastgesteld: "goedkeuring van alle agendapunten van de vergadering".
Vaststellen mandaat
De gemeentelijke vertegenwoordiger in de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2025 van de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer in het arrondissement Leuven "Hofheide" wordt gemandateerd om over de agendapunten te beraadslagen en te stemmen.
De toetredingsovereenkomst voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het platform voor overlijdensadministratie tussen gemeente Herent en de naamloze vennootschap het Vlaams Datanutsbedrijf met merknaam Athumi wordt goedgekeurd
Goedkeuring van de nieuwe statuten van GC De Wildeman.
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda voor de algemene vergadering van Eva-p vzw Cultuurnetwerk GC De Wildeman op dinsdag 25 november 2025.
Schepen van cultuur Pieter Taccoen wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente Herent in de algemene vergadering van Eva-p vzw Cultuurnetwerk GC De Wildeman.
Toetreding tot de raamovereenkomst.
Dit agendapunt wordt afgevoerd.
De raad wordt verzocht een aanvullende belasting op de personenbelasting vast te stellen als volgt:
De raad wordt verzocht de Activeringsheffing - de belasting op onbebouwde gronden en kavels, vast te stellen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
Tariefberekening per strekkende meter
De belasting bedraagt 25,00 euro per strekkende meter lengte van de bouwgrond of kavel palende aan de openbare weg of aan de volgens goedgekeurd verkavelingsplan aan te leggen openbare weg, met een minimumaanslag van 250,00 euro per onbebouwde bouwgrond of kavel.
De berekeningsgrondslag is:
De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. De gedeelten kleiner dan een halve meter worden weggelaten, de gedeelten gelijk aan of groter dan een halve meter worden aangerekend als volle meter.
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex. Het aldus berekende bedrag wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,50 euro.
Vrijstellingen
Persoonsgebonden vrijstellingen
Zijn van de belasting vrijgesteld:
Perceel gebonden vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd ingevolge:
De raad wordt verzocht een belasting op de tijdelijke inname van het openbaar domein vast te stellen.
Het gebruik van het openbaar domein vormt een hinder voor verkeer, overlast voor inwoners en kan de veiligheid in het gedrang brengen. Een deel van het openbaar domein wordt tijdelijk geprivatiseerd door het voor te behouden aan de aanvrager. Het is noodzakelijk om een belasting te heffen op de inname van het openbaar domein en dit voor een termijn, ingaand vanaf 01 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031.
Tarief
De belasting bestaat uit:
Vaste administratieve kost voor de verwerking van de aanvraag
|
Standaardaanvraag |
€ 10,00 |
|
Spoedaanvraag |
€ 30,00 |
Elke wijziging met betrekking tot de inname moet tijdig gemeld worden aan de gemeente. Lopende vergunningen kunnen niet meer worden geannuleerd.
Vaste dossierkosten kunnen nooit terugbetaald worden.
De raad wordt verzocht een jaarlijkse belasting op tweede verblijven op het grondgebied van de gemeente vast te stellen.
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Berekeningsgrondslag en tarief
Voor het aanslagjaar 2026 wordt het bedrag van de belasting forfaitair en ondeelbaar vastgesteld op 1.000,00 euro per tweede verblijf per jaar.
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex.
Het aldus berekende bedrag wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,50 euro.
Bewijs en controle
§1. De gemeente kan alle gegevens gebruiken waarover zij beschikt of toegang toe heeft (bevolkingsregister, kadaster, energieverbruik, afvalregistratie,…) om tweede verblijven vast te stellen.
§2. Eigenaars zijn verplicht alle nuttige informatie te verstrekken op verzoek van het gemeentebestuur.
§3. De vaststelling van een tweede verblijf zal gebaseerd zijn op meerdere indicaties. De indicaties kunnen de volgende zijn:
De gemeente kan de aangifte van een tweede verblijf weigeren als er feiten of indicaties zijn die een effectief gebruik als tweede verblijf uitsluiten. Dit kan in volgende omstandigheden:
Dergelijke woningen worden onmiddellijk opgenomen op de inventaris van de leegstaande woningen en/of gebouwen.
De raad wordt verzocht het belastingreglement op de verspreiding van ongeadresseerd drukwerk en van gelijkgestelde producten vast te stellen voor de periode van 01.01.2026 tot en met 31.12.2031.
Tarief bij de verspreiding van ongeadresseerd drukwerk en/of gelijkgestelde producten.
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
Indien verscheidene reclamedrukwerken samen worden verspreid zonder dat ze op een permanente of vaste wijze één geheel vormen, wordt ieder reclamedrukwerk als een apart exemplaar beschouwd.
Als één geheel vormend wordt beschouwd de reclamedrukwerken die:
Artikel 6.2. – Tarief bij de verspreiding van ongeadresseerd drukwerk en/of gelijkgestelde producten.
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
Indien verscheidene reclamedrukwerken samen worden verspreid zonder dat ze op een permanente of vaste wijze één geheel vormen, wordt ieder reclamedrukwerk als een apart exemplaar beschouwd.
Als één geheel vormend wordt beschouwd de reclamedrukwerken die:
Indien verscheidene reclamedrukwerken die qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk als afzonderlijk kunnen worden beschouwd en waarbij de meerderheid van de verscheidene reclamedrukwerken elk afzonderlijk toebehoren aan afzonderlijke adverteerders, op een in het vorig lid vermelde wijze zijn samengebracht en waarbij het geheel geen eenheid qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk vertoont, wordt ieder van de afzonderlijke reclamedrukwerken als een apart exemplaar beschouwd.
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt(en) de belastingaanslag(en) jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex volgens onderstaande formule.
Belastingbedrag aanslagjaar 2026 (basis) x Index oktober jaar (X-1)
Basisindex oktober 2025
Waarbij X staat voor het betreffende aanslagjaar vanaf 2027.
De basisindex = de index van de maand oktober 2025 (basisjaar 2013=100), zijnde 135,44.
Het aldus berekende bedrag wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,50 euro.
Vrijstellingen en / of verminderingen
Vrijstelling van de belasting wordt verleend als:
Eenmalige vrijstelling voor startende ondernemingen
Een startende onderneming komt eenmaal in aanmerking voor een vrijstelling van de belasting op het verspreiden van ongeadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
HOOFDSTUK 1
De belastbare grondslag of het belastbaar feit
Artikel 1
De gemeente heft een belasting, te betalen zonder uitstel op:
De belastbare periode
Artikel 2
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
HOOFDSTUK 2: Invoerrecht
De Belastingplichtige
Artikel 3
De belastingplichtige is de aanvrager van de lijk- of asbezorging. Voor elke teraardebestelling van personen die niet in de bevolkings- en vreemdelingenregisters zijn ingeschreven, betaalt de belastingplichtige éénmaal het invoerrecht om begraven te kunnen worden in Herent, ongeacht de keuze voor columbarium, urnenveld, volle grond, en ongeacht of het gaat over een concessie of niet. Ook de tweede persoon die wordt bijgezet in een concessie betaalt het invoerrecht indien die op het moment van overlijden geen inwoner is.
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
Artikel 4
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 worden de belastingaanslagen jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex
HOOFDSTUK 3 - Het ontgraven van stoffelijke overschotten en het opgraven en/of overbrengen van asurnen.
Belastingplichtige
Artikel 6
Na goedkeuring voor de ontgraving of de overbrenging is de belasting verschuldigd door de aanvrager ervan.
Tarief
Artikel 7
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 worden de belastingaanslagen jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex
De raad word verzocht een belasting te vestigen op de meldingen en aanvragen bedoeld in het Decreet van 25 april 2014 betreffende de Omgevingsvergunningen.
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
De belasting bestaat uit: een bedrag per dossiertype verhoogd met een bedrag per procedurestap .
De bedragen per dossiertype worden cumulatief aangerekend.
Belasting per dossiertype
| Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit: 25,00 euro |
| Melding voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen : 50,00 euro |
|
Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen: I. gewone procedure: 500,00 euro II. vereenvoudigde procedure: 100,00 euro III. indien de aanvraag gebeurt langs een bestaande uitgeruste weg wordt het bedrag van de gewone of de vereenvoudigde procedure vermeerderd met 75,00 euro /extra woonentiteit IV. Indien de aanvraag gebeurt langs een nieuw aan te leggen wegenis wordt het bedrag van de procedure vermeerderd met 150,00 euro / extra woonentiteit
|
|
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit: I. gewone procedure: 125,00 euro II. vereenvoudigde procedure: 25,00 euro |
|
Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: I. met wegenis: 500,00 euro II. zonder wegenis: 250,00 euro III. indien de aanvraag gebeurt langs een bestaande uitgeruste weg wordt het bedrag vermeerderd met: 75,00 euro / extra kavel IV. indien de aanvraag gebeurt met nieuw aan te leggen wegenis wordt het bedrag vermeerderd met: 150,00 euro / extra kavel |
| Vraag tot omzetting van een milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning (art. 390 Omgevingsvergunningsdecreet): 125,00 euro |
| Bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83,§1, lid 3 Omgevingsvergunningsdecreet): 125,00 euro |
| Verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden: 100,00 euro |
| Verzoek tot bijstelling van een verkavelingsvergunning: 250,00 euro |
| Melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit: 50,00 euro |
| Aanvraag van een stedenbouwkundig attest (art. 5.3.1. VCRO): 250,00 euro |
| Aanvraag van een planologisch attest (art. 4.4.24 e.v. VCRO): 500,00 euro |
Belasting per procedurestap
| Voor het digitaliseren van een analoog ingediend dossier (art 156 Omgevingsvergunningsbesluit): 50,00 euro |
| Voor het wijzigen van het voorwerp van de aanvraag (art 30 of 45 Omgevingsvergunningsdecreet): 50,00 euro |
| Voor het aanplakken van een bericht van bekendmaking in het kader van een openbaar onderzoek of bij een genomen beslissing (o.a. art 20 en 59 Omgevingsvergunningsbesluit): 25,00 euro |
| Voor het publiceren van berichten in dag- of weekbladen (o.a. art 22 en 61 Omgevingsvergunningsbesluit): Effectief bedrag |
| Voor het aangetekend verzenden van een beslissing: 10,00 euro |
| Voor het in kennis brengen van kadastrale eigenaars en omwonenden (o.a. art 23 en 62 Omgevingsvergunningsbesluit): 10,00 euro / geadresseerde, met een plafond van 200,00 euro |
| Voor het organiseren van een informatievergadering (art 25 omgevingsvergunningsbesluit): Effectief bedrag |
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt(en) de belastingaanslag(en) jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex.
Verhoging
Voor regularisatievergunningen (art 81 Omgevingsvergunningendecreet) wordt de verschuldigde belasting met 20% verhoogd.
Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd voor:
De raad wordt verzocht een belasting te vestigen op de vaste reclameborden.
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Definities
Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder:
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
De belasting bedraagt 25,00 euro / jaar / m² nuttige oppervlakte / vast reclamebord.
De nuttige oppervlakte is de oppervlakte die werkelijk voor reclame kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.
Voor de vaste reclameborden geeft de jaarlijkse aangifte de toestand weer zoals deze zich voordoet op 1 januari van het belastingjaar. Deze toestand dient als basis voor de berekening van de belasting.
De plaatsing of verwijdering van elk vast bord na 1 januari van het jaar moet binnen de vijftien kalenderdagen aan het gemeentebestuur betekend worden.
De belasting is verschuldigd voor het hele jaar indien het bord vóór 1 juli wordt geplaatst.
De belasting wordt met de helft verminderd voor de borden die vanaf 1 juli van het jaar worden geplaatst of vóór 1 juli worden verwijderd
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex.
De raad wordt verzocht een belasting te vestigen op de motoren, gebruikt tijdens het voorgaande kalenderjaar, voor de exploitatie van een nijverheids-, handels-, en landbouwonderneming en haar bijgebouwen, ongeacht de krachtbron die hen in beweging brengt.
De belasting is verschuldigd door degene die de motoren overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 gebruikt.
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
grondslagen van de belasting
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex.
Vrijstellingen
Van de belasting wordt vrijgesteld:
De raad word verzocht een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting te vestigen op nachtwinkels op het grondgebied van Herent.
De belastbare periode
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
Definities
Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder:
De Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant van de nachtwinkel.
De eigenaar van de nachtwinkel en de eigenaar van het pand waar de nachtwinkel gevestigd is, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
De openingsbelasting is een éénmalige belasting vastgesteld op 6.000,00 euro en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel.
Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.
De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.500,00 euro per nachtwinkel.
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Ze zijn verschuldigd voor het ganse kalenderjaar, welke ook de aanvang- of de stopzettingsdatum van de economische activiteit of wijziging van uitbating is.
De jaarlijkse belasting gaat in vanaf het jaar volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting.
Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.
Indexering
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de openingsbelasting en de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex.
De raad wordt verzocht, met ingang van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031, ten behoeve van de gemeente Herent een jaarlijkse belasting te vestigen op de opslagplaatsen voor afbraak- of buiten gebruik gestelde voertuigen en/of schroot die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, gelegen op het grondgebied van de gemeente.
Toepassingsgebied - Definities
Met opslagplaats wordt bedoeld elke verzamelplaats voor één of meerdere afbraak- of buiten gebruik gestelde voertuigen en/of schroot, zichtbaar vanaf enig punt van de openbare weg.
Onder afbraak- of buiten gebruik gestelde voertuigen wordt verstaan:
Onder schroot wordt verstaan: metaalafval en brokstukken van metalen voorwerpen, ongeacht de restwaarde.
De Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de opslagplaats, terwijl de eigenaar van het goed waarop de opslagplaats is gevestigd, hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van de belasting.
Berekeningsgrondslag en tarief
Indexering: Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex
Vrijstellingen
Vrijstelling geldt indien de opslagplaats onzichtbaar is vanaf de openbare weg:
Onder opslagplaatsen binnen spoorweginstallaties wordt verstaan:
De raad wordt verzocht een belasting te vestigen voor een termijn van 6 jaar, ingaand op 01 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, voor het niet maximaal afkoppelen van hemelwater bij bestaande woningen in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten en bij het niet maximaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein, zoals opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning.
Begrippen: Onder afkoppelingsprojecten wordt verstaan de aanleg van gescheiden riolering – 2 DWA-stelsel in de openbare weg zoals door de gemeente vastgesteld in het raadsbesluit van 12 februari 2008.
Belastingplichtige: De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht over de woning waar niet correct of tijdig werd afgekoppeld en/of waar niet het opgelegde hergebruik is voorzien. In geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Tarief en indexering: De belasting wordt als volgt vastgesteld: een forfaitair bedrag van 1.500,00 euro per jaar, verrekenbaar per maand, voor elk jaar dat de afkoppeling of het hergebruik op privéterrein door de eigenaar niet worden gerealiseerd zoals opgelegd. Elke begonnen maand wordt als een volledige maand aangerekend.
Vanaf het aanslagjaar 2027 wordt de belastingaanslag jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex
De raad wordt verzocht ten behoeve van de gemeente een belasting zonder uitstel te vestigen op sommige tussenkomsten van de lokale politie. Onder sommige kosten wordt verstaan: kosten voor politie-interventies die eerder het particulier dan het algemeen belang dienen en kosten voor het vervoer van dronken personen en personen die administratief aangehouden zijn.
De belasting wordt geheven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de tussenkomsten van de lokale politie noodzakelijk maken. In geval het minderjarigen betreft zijn de ouders/voogden de belasting verschuldigd.
Berekeningsgrondslag, tarief
De belasting wordt vastgesteld als volgt :
De raad wordt verzocht een contant belasting te vestigen voor:
1° de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, het papier en karton, snoeihout en groot selectief afval (en het gelijkaardig bedrijfsafval);
2° de inzameling via sorteerstraten.
3° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen;
Tarieven
§ 1. Huis-aan-huisinzameling
De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.
a) Huisvuil
Inzameling en verwerking
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
Per kg gewogen huisvuil |
0,30 |
0,30 |
|
Per aanbieding 40 L-container |
0,63 |
0,63 |
|
Per aanbieding 120 L-container |
0,63 |
0,63 |
|
Per aanbieding 240 L-container |
1,26 |
1,26 |
|
Per aanbieding 360 L-container* |
1,89 |
1,89 |
|
Per aanbieding 1100 L-container |
6,40 |
6,40 |
(*360 L-containers worden enkel geleverd per set van 3 en alleen na goedkeuring door of op aanraden van EcoWerf)
Gebruiksrecht container per maand
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
40 L-container |
0,68 |
1,84 |
|
120 L-container |
0,68 |
1,84 |
|
240 L-container |
1,36 |
2,47 |
|
360 L-container |
2,00 |
2,64 |
|
1100 L-container |
3,71 |
7,07 |
Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro (niet mogelijk op een 40 L container)
b) Gft-afval
Inzameling en verwerking
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
Per kg gewogen gft |
0,20 |
0,20 |
Gebruiksrecht container per maand
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
40 L-container |
0,68 |
1,84 |
|
120 L-container |
0,68 |
1,84 |
|
240 L-container |
1,36 |
2,47 |
Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro
c) Pmd
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
Per zak van 60 L |
0,15 |
0,15 |
|
Per zak van 90 L |
0,20 |
0,20 |
d) Groot selectief afval
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
Voorrijkost |
30,00 |
30,00 |
|
|
|
|
|
Per begonnen 0,5 m³ |
10,50 |
10,50 |
|
1-persoonsbed |
10,50 |
10,50 |
|
2-persoonsbed |
21,00 |
21,00 |
|
Zetel: 1-zit |
10,50 |
10,50 |
|
Zetel: 2-zit |
21,00 |
21,00 |
|
Zetel: 3-zit |
31,50 |
31,50 |
|
Stoel (2 stuks) |
10,50 |
10,50 |
|
(Tuin-)tafel |
10,50 |
10,50 |
e) Papier en karton
|
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
|
40 L-container |
0,84 |
2,47 |
|
240 L-container |
0,84 |
2,47 |
|
500 L-container * |
2.08 |
3,21 |
|
1100 L-container |
4.58 |
7,07 |
(* Dit formaat wordt enkel in zeer gevallen en alleen na goedkeuring door EcoWerf, toegekend.)
§ 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht
De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.
|
|
Particulier (euro) |
KMO (euro) |
|
Huisvuil (kg) |
0,30 |
0,30 |
|
gft (kg) |
0,20 |
0,20 |
|
Beheerskost (maand) |
3,23 |
6,46 |
§ 3. Inzameling via DifTar recyclagepark op gewicht
De contantbelasting in functie van het gewicht (per kg) van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven. Het minimaal aangerekende gewicht bedraagt 5 kg.
|
|
Particulier (euro) |
KMO (euro) |
|
|
Grofvuil |
0,30 |
0,30 |
|
|
Gras en blad (1) |
0,20 |
0,20 |
|
|
Harde plastics |
0,08 |
0,12 |
|
|
Houtafval |
0,08 |
0,12 |
|
|
Boomstronken |
0,04 |
0,08 |
|
|
Snoeihout |
0,04 (2) |
0,08 |
|
|
Steenafval |
0,04 |
0,08 |
|
|
Cellenbeton |
0,04 |
0,08 |
|
|
Gips |
0,04 |
0,08 |
|
|
Keramiek |
0,04 |
0,08 |
|
|
Asbest |
0,00 |
0,00 |
|
|
Autobanden |
0,00 |
0,00 |
|
|
Landbouwfolie (3) |
0,18 |
0,18 |
|
|
Tarief grote hoeveelheden |
Vanaf een totale aanvoer op jaarbasis boven de 2.000 kg worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier |
|
|
(1: Gratis van 1 oktober tot en met 31 december)
(2: Het gratis gewicht van 300kg wordt jaarlijks pro rata toegekend op basis van begindatum van de bewoning in de gemeente.)
(3: De gemeente schrijft de land- en tuinbouwers aan. Met dit schrijven kan men zich tijdens de gecommuniceerde periodes aanbieden op één van volgende recyclageparken: Messelbroek, Weversebaan (Zoutleeuw), Lubbeek en Haacht en Kortenaken.)
§ 4. Toegangstarief
De contantbelasting op het brengen van afvalstoffen naar het recyclagepark (toegangstarief) wordt vastgesteld op 1,00 euro per bezoek vanaf het 16de bezoek op jaarbasis. Dit tarief wordt enkel aangerekend bij aanvoer van (een combinatie van) volgende afvalfracties: grofvuil, gras en blad, harde plastics, houtafval, boomstronken, snoeihout, steenafval, cellenbeton, gips en keramiek.
De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven).
Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.
Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.
Volgende betalingstermijnen worden gehanteerd:
De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.
De raad wordt verzocht het reglement voor de opmaak van het leegstandsregister en de belasting op leegstaande woningen en gebouwen te vestigen.
Het reglement bestaat uit 3 hoofdstukken:
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.
Heffing van deelnamegelden (retributies) – Algemene bepaling
Conform artikel 41, §1,14° van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) beslist de gemeenteraad over het invoeren van retributies voor gemeentelijke dienstverlening, waaronder deelname aan activiteiten van de dienst Vrije Tijd (zoals sport-, jeugd- en culturele activiteiten).
Voor deelname aan door de gemeente Herent georganiseerde of ondersteunende activiteiten op het vlak van sport, jeugd of cultuur wordt een retributie geheven.
Toepassingsgebied
Deze retributie is van toepassing op activiteiten die rechtstreeks worden georganiseerd of gefaciliteerd door de gemeentelijke vrijetijdsdiensten, met inbegrip van:
Delegatie aan het college van burgemeester en schepenen
Op grond van artikel 43,§4 DLB kan de gemeenteraad bevoegdheden delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot:
Tarieven en differentiatie per doelgroep
De deelnamegelden kunnen worden gedifferentieerd per doelgroep, zoals kinderen, jongeren, volwassenen, senioren, inwoners en niet-inwoners.
Kaders en beperkingen
Het college zorgt ervoor dat deze kortingen transparant en toegankelijk gecommuniceerd worden en voert controle op de bewijsstukken (zoals attest verhoogde tegemoetkoming, domicilieadres, …)
De deelnamegelden mogen niet hoger zijn dan de effectieve kostprijs per deelnemer (incl. materialen, loonkost, infrastructuur).
Het retributiereglement van 12 november 2013 betreffende het opzoeken, samenstellen en afleveren van administratieve inlichtingen, wordt afgeschaft met onmiddellijke ingang.
Het retributiereglement van 14 november 2006 betreffende het slachten van dieren voor religieuze ritus, wordt afgeschaft met onmiddellijke ingang.
De raad wordt verzocht het retributiereglement vast te stellen voor werken aan nutsvoorzieningen.
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
ONDERHAVIG RETRIBUTIEREGLEMENT GAAT IN VANAF 1 JANUARI 2026 VOOR EEN TERMIJN EINDIGEND OP 31 DECEMBER 2028.
Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte:
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VNR goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Retributies voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen.
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitpunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente. Op deze basisbedragen wordt een taxatie toegepast, naar analogie met de door de VNR goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
De raad wordt verzocht een retributiereglement te vestigen dat van toepassing op het aanrekenen van administratiekosten voor het verzenden van aanmaningen op fiscale ontvangsten.
In dit reglement worden vastgelegd:
De fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle vorderingen ontstaan met ingang van 1 januari 2026.
Indien de debiteur de onbetwiste vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de in die artikelen vermelde acties worden ondernomen het oog op de invordering van de schuld.
Retributiebedrag
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
De vermelde retributiebedragen zijn inclusief portkosten.
De kosten van gedwongen uitvoering zelf worden gedragen door de deurwaarder en worden door deze aangerekend aan de betrokken debiteur.
Inningsprocedure
De inningsprocedure verloopt als volgt:
Minnelijke schikking
Afbetalingsplan
Een debiteur kan een schriftelijke aanvraag indienen tot afbetaling in termijnen. Dit wordt individueel beoordeeld door de Financieel Directeur van de gemeente Herent.
Bij niet-naleving van het afgesproken afbetalingsplan wordt de betrokkene schriftelijk herinnerd aan zijn betalingsverplichting. Indien na het verstrijken van een termijn van 10 kalenderdagen na verzending van deze herinnering geen betaling is ontvangen, wordt een administratieve kost van 20,00 euro aangerekend. Bij een volgende staking van het afbetalingsplan, wordt onmiddellijk overgegaan met de verdere invorderingsprocedure.
Bij de beoordeling van een aanvraag worden onderstaande factoren meegenomen:
2. Hoogte van de schuld
3. Gedrag van de debiteur
De afspraken hiervoor zijn als volgt:
Kosten voor de grensoverschrijdende invordering van fiscale vorderingen.
Voor de grensoverschrijdende invordering van onbetaalde fiscale vorderingen waarvoor de gemeente een beroep doet op een derde, komt het bedrag van de retributie overeen met de incasso- en administratiekosten die de derde hiervoor aan de gemeente doorrekent, vermeerderd met 50,00 euro. De retributie is verschuldigd van zodra het dossier aan de derde wordt overgemaakt.
Kosten voor verdere gedwongen uitvoering
opmaak dwangbevel
Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige schuld, kosten en intresten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder.
Voor het aanmaken van dit dwangbevel dan wel het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een kost van 50,00 euro aangerekend.
Gedwongen uitvoering
Indien na betekening van een dwangbevel de debiteur nog steeds in gebreke blijft, kan de financieel directeur volgende stappen nemen in gedwongen uitvoering en invordering. Hiervoor wordt telkens de overeenstemmende kost opgegeven. Deze kost wordt aangerekend bovenop de eventuele gerechtskosten en gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.
Deze maatregelen worden enkel genomen indien:
1. Derdenbeslag, het beslag wordt aangetekend aangekondigd nadat opzoekingen werden verricht om een derde-schuldenaar van de debiteur te vinden en vervolgens overgemaakt aan de gerechtsdeurwaarder: 50,00 euro.
2. Het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit, hieraan gaan uitgebreide opzoekingen vooraf: de effectief betaalde kost aan het kantoor rechtszekerheid wordt doorgerekend, vermeerderd met 50,00 euro administratieve kosten per hypotheekinschrijving.
Bovenstaande inningsprocedure omvat de minimaal vereiste stappen voor de inning van de openstaande fiscale schuldvorderingen van de gemeente Herent.
De financieel directeur kan, naargelang het voorliggend dossier, beslissen over de noodzaak voor een bijkomend overlegmoment om de betalingsmogelijkheden van betrokkene te onderzoeken.
De financieel directeur kan, in alle stappen van de inningsprocedure, ook een afbetalingsplan met de debiteur afstemmen en vastleggen.
Samenvattende tabel van de aan te rekenen retributies
De raad wordt verzocht de retributie voor de afgifte van administratieve prestaties van de dienst Burgerzaken vast stellen. De retributie vangt aan op 01.01.2026.
Berekeningsgrondslag en tarief
De retributie wordt vastgesteld als volgt: het maakloon en eventueel de kanselarijrechten aangerekend door de federale overheid wordt vermeerderd met het volgende retributietarief:
Vanaf het aanslagjaar 2027 worden de retributieaanslagen jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex
De raad wordt verzocht een retributiereglement te vestigen dat van toepassing is op het aanrekenen van administratiekosten voor het verzenden van aanmaningen op niet-fiscale ontvangsten.
In dit reglement worden vastgelegd:
De niet-fiscale vorderingen in dit reglement omvatten alle vorderingen ontstaan met ingang van 1 januari 2026.
Het gaat om vorderingen uit hoofde van opgelegde retributies, GAS-boetes, schadevergoedingen, vorderingen uit hoofde van een gerechtelijke uitvoerbare titel en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen.
Indien de debiteur de onbetwiste vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de in die artikelen vermelde acties worden ondernomen met het oog op de invordering van de schuld.
Retributiebedrag
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
De vermelde retributiebedragen zijn inclusief portkosten.
De kosten van gedwongen uitvoering zelf worden gedragen door de deurwaarder en worden door deze aangerekend aan de betrokken debiteur.
Inningsprocedure
De inningsprocedure verloopt als volgt:
Minnelijke schikking
Afbetalingsplan
Een debiteur kan een schriftelijke aanvraag indienen tot afbetaling in termijnen. Dit wordt individueel beoordeeld door de financiële directeur van de gemeente Herent.
Bij niet-naleving van het afgesproken afbetalingsplan wordt de betrokkene schriftelijk herinnerd aan zijn betalingsverplichting. Indien na het verstrijken van een termijn van 10 kalenderdagen na verzending van deze herinnering geen betaling is ontvangen, wordt een administratieve kost van 20,00 euro aangerekend. Bij een volgende staking van het afbetalingsplan, wordt onmiddellijk overgegaan met de verdere invorderingsprocedure.
Bij de beoordeling van een aanvraag worden onderstaande factoren meegenomen:
2. Hoogte van de schuld
3. Gedrag van de debiteur
De afspraken hiervoor zijn als volgt:
Kosten voor de grensoverschrijdende invordering van niet-fiscale vorderingen.
Voor de grensoverschrijdende invordering van onbetaalde niet-fiscale vorderingen waarvoor de gemeente een beroep doet op een derde, komt het bedrag van de retributie overeen met de incasso- en administratiekosten die de derde hiervoor aan de gemeente doorrekent, vermeerderd met 50,00 euro. De retributie is verschuldigd van zodra het dossier aan de derde wordt overgemaakt.
Kosten voor verdere gedwongen uitvoering
opmaak dwangbevel
Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige schuld, kosten en intresten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder.
Voor het aanmaken van dit dwangbevel dan wel het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een kost van 50,00 euro aangerekend.
Gedwongen uitvoering
Indien na betekening van een dwangbevel de debiteur nog steeds in gebreke blijft, kan de financieel directeur volgende stappen nemen in gedwongen uitvoering en invordering. Hiervoor wordt telkens de overeenstemmende kost opgegeven. Deze kost wordt aangerekend bovenop de eventuele gerechtskosten en gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.
Deze maatregelen worden enkel genomen indien:
1. Derdenbeslag, het beslag wordt aangetekend aangekondigd nadat opzoekingen werden verricht om een derde-schuldenaar van de debiteur te vinden en vervolgens overgemaakt aan de gerechtsdeurwaarder: 50,00 euro.
2. Het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit, hieraan gaan uitgebreide opzoekingen vooraf: de effectief betaalde kost aan het kantoor rechtszekerheid wordt doorgerekend, vermeerderd met 50,00 euro administratieve kosten per hypotheekinschrijving.
Bovenstaande inningsprocedure omvat de minimaal vereiste stappen voor de inning van de openstaande niet-fiscale schuldvorderingen van de gemeente Herent.
De financieel directeur kan, naargelang het voorliggend dossier, beslissen over de noodzaak voor een bijkomend overlegmoment om de betalingsmogelijkheden van betrokkene te onderzoeken.
De financieel directeur kan, in alle stappen van de inningsprocedure, ook een afbetalingsplan met de debiteur afstemmen en vastleggen.
Betaling
Bij deelbetalingen wordt eerst de volgens dit reglement aangerekende retributie (art. 4) aangerekend en vervolgens de hoofdsom.
Samenvattende tabel van de aan te rekenen retributie
Dit reglement bepaalt de retributie en deelnamevoorwaarden voor de Vrijetijdsactiviteiten. Het reglement kadert binnen het gemeentelijk prijsbeleid dat streeft naar een toegankelijk en inclusief vrijetijdsaanbod.
Speelpleinwerking De Speelkriebels
Het basisbedrag voor deelname aan de vaste activiteiten van “De Speelkriebels” wordt als volgt vastgesteld:
De basisbedragen worden jaarlijks geïndexeerd op 01 januari en dit volgens de gezondheidsindex
Het resultaat van deze berekening wordt naar beneden afgerond tot de eerstvolgende 25 eurocent.
Gratis vrijetijdsactiviteiten
Volgende activiteiten zijn gratis:
Andere vrijetijdsactiviteiten
Algemene principes
Alle kosten worden in rekening gebracht voor het bepalen van de deelnameprijs, met uitzondering van kosten gemaakt voor begeleiders aangesteld door de gemeente (personeel, vrijwilligers, artikel 17) die geen inhoudelijk taak hebben.
De deelnameprijs wordt dan bepaald door onderstaand quotiënt af te ronden naar een lager gelegen euro
70% x (verplaatsingskost + andere kosten – kosten begeleiding)
Max aantal deelnemers
Maximumtarief voor de deelname aan de “andere vrijetijdsactiviteiten”.
Het bedrag voor deelname aan de “andere vrijeactiviteiten” wordt als volgt vastgesteld:
a. Lage kost dagactiviteiten – 10,00 euro
b. Grote dagactiviteit: 40,00 EURO
Indexering
De basisbedragen worden jaarlijks geïndexeerd op 01 januari en dit volgens de gezondheidsindex
Naar aanleiding van het aflopen van het huidig verwaarlozingsreglement, volgt hieronder het nieuwe reglement voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Een gemeente die binnen een intergemeentelijk samenwerkingsverband gesubsidieerd wordt op basis van Boek 2, deel 2 “lokaal woonbeleid” van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, moet vanaf 2026, verplicht verwaarlozing registreren en aanpakken.
Er wordt voor de jaren 2026 tot en met 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.
De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.
Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde (en onafgewerkte) woning of gebouw op de verjaardag van de opname.
§2. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.
§3. Bij overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van dit recht de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen. Tevens moet de overdrager van het zakelijk recht per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte of een attest van overdracht opgemaakt door de notaris bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.
Het attest of de kopie van de notariële akte bevat minstens de volgende gegevens:
- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel,
- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Tarief van de belasting
§1. Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.
§2. De belasting voor een verwaarloosde (en onafgewerkte) woning of gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen. Zolang het verwaarloosd (en onafgewerkte) woning of gebouw niet uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.
§3. De belasting op een gebouw of een woning die voor een eerste termijn van 12 opeenvolgende maanden in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen staat, bedraagt: 1.500 euro voor een gebouw of woning
§4. Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting: 2.250 euro voor een gebouw of woning
§5. Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting: 3.375 euro voor een gebouw of woning
§6. Indien het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting: 5.062,5 euro voor een gebouw of woning
§7. Indien het gebouw of de woning een vijfde opeenvolgende termijn van 12 maanden of langer op de inventaris staat bedraagt de belasting: 7.593,75 euro voor een gebouw of woning
De raad wordt verzocht voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 882 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vast te stellen.
De raad wordt verzocht op grond van artikel 43,§4 DLB de gemeenteraad bevoegdheden delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het gratis ter beschikking stellen van de vrijetijdsinfrastructuur wanneer na gebruik blijkt dat de infrastructuur niet in normale omstandigheden kon worden gebruikt, wegens redenen buiten de wil van de gebruiker (zoals defecten, onderhoudsproblemen of overmacht). In dergelijke gevallen is het billijk dat de gemeente kan afzien van het aanrekenen van de gebruiksvergoeding of kan overgaan tot het gratis ter beschikking stellen van de infrastructuur. Het college motiveert elke beslissing afzonderlijk en neemt hierbij een verslag op waarin de omstandigheden en de redenen voor de gratis ter beschikking stelling worden toegelicht.
Het college is tevens gemachtigd om, in gelijkaardige gevallen, de toepasselijke tarieven tijdelijk aan te passen binnen de perken van het goedgekeurde tariefreglement, zonder de algemene tariefstructuur te wijzigen.
Het reglement met referte "20251118_tarievenreglement-VTinfrastrucuur_aanpassing_v10" maakt integraal deel uit van dit besluit.
De raad wordt verzocht het subsidiereglement vast te stellen op de door de gemeente een sociale correctie, als tussenkomst in de kosten voor de huis-aan-huis ophaling van restafval toegekend aan de referentiepersoon van het gezin waarvan tenminste één persoon behoort tot één van volgende categorieën, voor zover deze persoon gedomicilieerd is op het adres van de referentiepersoon en voor zover hij/zij het bewijs levert dat hij/zij behoort tot één van deze categorieën:
CATEGORIE A
CATEGORIE B
Aanpak
Categorie A
Voor de inwoners die genieten van een verhoogde tegemoetkoming van de mutualiteit zal de rekening voor de gezinnen bestaande uit minstens twee personen éénmaal per jaar gecrediteerd worden met een bedrag van 110,00 euro per jaar.
Voor de éénpersoonsgezinnen zal de rekening éénmaal per jaar gecrediteerd worden met een bedrag van 60,00 euro per jaar.
Categorie B
Voor de inwoners die voor zijn persoonlijk welzijn gebruik maakt van incontinentiemateriaal of voor personen die wegens hun ziektebeeld grote hoeveelheden verbanden en verzorgingsmateriaal nodig hebben, wordt de rekening éénmaal per jaar gecrediteerd met een maximum bedrag van 100,00 euro per jaar.
Plafondregel: het bedrag van de toegekende sociale correctie kan nooit hoger zijn dan de totale kost van de huisvuilophaling tijdens het voorafgaand dienstjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
Voor in aanmerking te komen voor de sociale correctie moet je voldoen aan volgende voorwaarden:
Voorwaarden
De sociale correctie zal worden gestort op de Diftar-rekening van de rechthebbenden.
Indien op enigerlei wijze vastgesteld wordt dat de aanvrager op bedrieglijke wijze van de sociale correctie geniet waarop deze niet gerechtigd is volgens de voorwaarden van dit besluit, wordt de maatregel van ambtswege voor deze ingetrokken en wordt het resterend saldo niet uitbetaald en moet het ten onrechte verkregen bedrag worden teruggeven.
De sociale correctie wordt enkel toegekend indien de rechthebbende gebruik maakt van de container voor inzameling van restafval, die ter beschikking wordt gesteld door de gemeente/opdrachthoudende vereniging EcoWerf en die groter is dan een 40L-container. De voorwaarde betreffende de grootte van de container geldt enkel voor categorie B.
Indien het aansluitpunt wordt stopgezet en er werd een sociale correctie toegekend, zal het resterend bedrag op de Diftar-rekening niet worden uitbetaald.
Stopzetting van het aansluitpunt naar aanleiding van:
De raad wordt verzocht onderstaand reglement te vestigen:
De gemeente heeft een wettelijke verplichting om goederen die zich op de openbare weg bevinden ten gevolge van een betekening van een vonnis tot uithuiszetting op te halen en gedurende een termijn van zes maanden te bewaren, tenzij het gaat om goederen die aan snel bederf of aan snelle waardevermindering onderhevig zijn, die schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid of om fietsen waarvoor een bewaartermijn van drie maanden geldt.
Deze regeling geldt niet voor door het parket in beslag genomen goederen, achtergelaten goederen, of voor goederen die door andere wettelijke bepalingen geregeld zijn.
De gerechtsdeurwaarder die belast is met de uitdrijving dient ruimschoots en ten laatste één week voor de uitdrijvingsdatum contact op te nemen met de hoofdcontroleur der werken om vast te leggen hoeveel medewerkers hij nodig heeft en op welk tijdstip deze ingezet dienen te worden.
Medewerkers van de gemeentelijke diensten mogen de woning niet betreden, ingevolge artikel 15 van de Grondwet. Enkel goederen die zich op het openbaar domein bevinden, mogen worden meegenomen.
Berekeningsgrondslag, tarief en indexering
De retributie voor het ophalen, transporteren en bewaren van goederen voortkomend uit een uithuiszetting wordt als volgt samengesteld:
1. Uurloon personeel: 49,58 euro /uur, ongeacht het aantal arbeidskrachten;
2. Bewaring van de goederen: 5,00 euro per aangevangen maand voor de huur van de opslagplaats.
De schuldenaar van de retributie
Deze retributie is verschuldigd door de eigenaar van de goederen of door zijn rechtverkrijgenden ongeacht of hij de goederen achteraf terug ophaalt. De retributie dient betaald te worden via overschrijving binnen de 30 dagen na toezending van de factuur. De voorwerpen worden pas vrijgegeven na het betalen van de retributie. De voorafgaande betaling van deze retributie geldt niet voor de goederen vermeld in artikel 1408§1 Gerechtelijk Wetboek.
De eigenaar krijgt slechts éénmaal de gelegenheid om zijn goederen op te halen. De eigenaar doet definitief afstand van de goederen die, na een eerste ophaling, achterblijven in de opslagplaats.
Indexering
Het uurloon van het personeel wordt jaarlijks geïndexeerd en dit volgens het raadsbesluit van 08 mei 2001 “Vergoeding aangerekend aan derden voor de prestaties geleverd door het gemeentepersoneel – Vaststelling van de aan te rekenen kostprijs per uur.”
Deze kostprijs wordt jaarlijks op 01 januari aangepast aan het nieuwe indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november van het voorgaande jaar. Het basisindexcijfer is dat van de maand november 2000 (107,50 punten), omgezet naar basis 2013 bedraagt dit 76,42 punten.
Vanaf het aanslagjaar 2026 wordt het retributietarief jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex.
De natuurlijke persoon, die op het moment van de uitdrijving, gekend is bij het OCMW kan op basis van een sociaal onderzoek een vrijstelling aanvragen van deze retributie. Op basis van dit sociaal onderzoek stelt het Bijzonder Comité voor de sociale dienst een advies op naar het college van burgemeester en schepenen toe, die hieromtrent een beslissing neemt. Indien het college van burgemeester en schepenen het advies van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst niet volgt, dient zij dit grondig te motiveren.
Alle goederen, met uitzondering van fietsen en goederen die aan snel bederf onderhevig zijn, worden gedurende een termijn van zes maanden bewaard nadat ze zijn opgenomen in het daartoe bestemde register. Goederen die aan bederf onderhevig zijn, kunnen onmiddellijk worden vernietigd. Goederen die niet van die aard zijn dat ze verkoopbaar zijn of bij verkoop niets zullen opleveren na aftrek van de bewaringskosten worden ook vernietigd.
Voor fietsen geldt een termijn van drie maanden. Indien de identiteit en verblijfplaats van de eigenaar bekend zijn, wordt deze binnen de maand na de inbewaringname schriftelijk verwittigd, desgevallend bij aangetekend schrijven.
Na afloop van de bewaartermijn kan de gemeente, op economisch verantwoorde wijze, over de goederen beschikken (schenking, hergebruik of vernietiging).
Wanneer de eigenaar of diens rechtverkrijgende de goederen vóór het verstrijken van de termijn van zes maanden komt ophalen, kunnen de gemaakte kosten voor ophaling, vervoer en bewaring op hem verhaald worden. Deze kosten zijn niet verschuldigd voor goederen vermeld in artikel 1408, §1 van het Gerechtelijk Wetboek.
Goederen die niet worden afgehaald door de eigenaar of zijn rechtverkrijgende, krijgen één van de volgende bestemmingen:
a. Indien de goederen gebruikt kunnen worden binnen de gemeentelijke diensten, dan worden ze behouden;
b. Alle overige goederen worden gratis aan de kringloopwinkel aangeboden of afgevoerd naar het recyclagepark.
Indien de rechtmatige eigenaar zich binnen vijf jaar na de registratie van het goed aanbiedt, heeft hij recht op de economische waarde of opbrengst die de gemeente uit het goed heeft verkregen of redelijkerwijs had kunnen verkrijgen na afloop van de bewaartermijn. Op deze waarde kunnen de door de gemeente gemaakte kosten voor ophaling, vervoer en bewaring worden in mindering gebracht. Voor de goederen vermeld in artikel 1408,§1 van het Gerechtelijk Wetboek worden geen kosten aangerekend.
Wijze van inning
Bij niet betaling van de opeisbare en onbetwiste schuldvordering wordt deze ingevorderd conform het algemeen reglement op de aanrekening van diverse kosten toepasselijk op de schuldvorderingen van de gemeente en het OCMW.
De raad wordt verzocht kennis te nemen van de aangepaste statuten van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en klimaat en deze te bekrachtigen.
De gemeenteraad bepaalt de bevoegdheden inzake personeelsaangelegenheden die hij delegeert aan het uitvoerend orgaan.
De gemeenteraad bevestigt dat de sociale dienstverlening en de ouderen- en thuiszorg bij het OCMW moeten gecentraliseerd worden.
De gemeenteraad stemt in met de overdracht van de personeelsleden zoals opgenomen in de bijlage.
Artikel 1. De gemeenteraad keurt de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst goed voor de afhandeling van de dossiers van GAS-overlast.
Artikel 2. De gemeente betaalt voor de dossiers GAS-overlast die geregistreerd worden vanaf 1 januari 2026 een vergoeding van 83 euro per geregistreerd dossier, jaarlijks te verhogen met 2.5% met ingang van 1 januari 2027.
Deze vergoedingen zullen betaald worden aan de provincie via rekeningnummer BE56 0910 1061 7788 (BIC: GKCCBEBB) met vermelding van de referte van de factuur.
Artikel 3. Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan de GAS-cel van de provincie Vlaams-Brabant, aan de voorzitter van het politiecollege en aan de procureur des Konings te Leuven.
Goedkeuring van het protocolakkoord inzake de bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid
De beslissing van de gemeenteraad van 1 juli 2025 betreffende het toekennen van een nominatieve subsidie voor voetbalverenigingen wordt herroepen.
De gemeenteraad gaat akkoord met de toekenning van een nominatieve subsidie voor volgende voetbalverenigingen in functie van de meerkost die hen werd opgelegd voor de elektriciteitskost van de terreinverlichting en het vegen van de kunstgrasterreinen tijdens voetbalseizoenen 2023-2024 en 2024-2025.
De gemeenteraad gaat akkoord met de toekenning van een nominatieve subsidie aan Buurtcomité Bovenberg.
De gemeenteraad keurt een reglement "struikelstenen" goed dat de afspraken regelt om struikelstenen op het openbaar domein aan te vragen en te plaatsen.
De gemeenteraad neemt kennis van de intentieverklaring tot overdracht van de gemeentelijke bassischool Toverveld naar het GO!